Vrijdag 1 april 2011

Rond 10.30 uur arriveer ik bij het AMC. Wat een enorm groot ziekenhuis. Gelukkig weet ik afdeling F8-Noord (Emma Kinderziekenhuis AMC afdeling Kinderoncologie) snel te vinden. Als ik op de achtste verdieping uit de lift stap schrik ik. Dit is wel een heel ouderwetse aftandse afdeling. Het is een enorme drukte op de gangen. Dit lijkt wel een Oost-Duitse aflevering van de ziekenhuisserie ER. Ik vraag me echt af waar we nu terechtgekomen zijn.

We worden opgevangen door een hele aardige verpleegkundige. Ze is lief voor Guusje en aardig voor ons. Er wordt snel bloed afgenomen en er komen een aantal artsen Guusje onderzoeken. Een van deze artsen is oncoloog en lijkt ons te begeleiden in het proces van de stappen die deze dag worden genomen. Er volgen echo’s, röntgenfoto’s en een MRI-scan. Rond vijf uur begin ik te ijsberen. Het is bijna weekend. Een verpleegkundige vraagt of ik me druk maak, omdat ik verwacht dat de artsen om vijf uur naar huis gaan? Kan ze gedachtelezen? Ze maakt me duidelijk dat ik mij geen zorgen moet maken. In het AMC werkt het net een tikje anders. Sommige artsen gaan na een hele dag werken soms pas om 21 uur naar huis en als het nodig is nog veel later. Ik mag ervan uitgaan dat de artsen vandaag nog met ons spreken.

Ik heb inmiddels begrepen dat voor een van ons een kamer is gereserveerd in het Ronald Mc Donald Huis. Dit huis bevindt zich naast het AMC. Vanuit Guusje’s kamer kun je het huis zien. Ik ga snel mijn sleutel halen, want ik dien voor 20 uur in te checken. Ik vertel de receptionist dat ik weinig tijd heb. Hij schrijft me snel in, geeft me een sleutel en een hele korte rondleiding.

Om 19 uur volgt een gesprek met artsen. Er wordt verteld dat er ‘massa’ is gezien in de linkerlong met uitzaaiingen naar de rechterlong. Dit kan duiden op een vorm van kinderkanker. Het is nog niet duidelijk welke vorm precies, daarvoor is onderzoek nodig. Er worden enkelvermoedens uitgesproken en meegedeeld dat kinderkanker nooit mag worden vergeleken met kanker bij volwassenen. We stellen vragen en krijgen uitvoerige duidelijke antwoorden. Er wordt wel met veel voorbehoud gesproken. Ik heb vertrouwen in deze artsen. Ik kan niet uitleggen waarom. Het is nu nodig om Guusje stabiel te houden en een goede diagnose te stellen. Er wordt aangekondigd dat Guusje zaterdag waarschijnlijk naar de OK moet. Het is nodig om weefsel af te nemen voor onderzoek en waarschijnlijk wordt er een zogenaamde portacath geplaatst. Na de operatie moet ze misschien naar de intensive care. Dezelfde avond komen er artsen langs van de intensive care om naar Guusje te kijken. ’s Avonds moet Guusje overgeven. Haar maagsonde komt eruit. Ze heeft moeite met ademhalen. De verpleegkundigen brengen een mondkapje aan. Haar hartslag, zuurstofgehalte en ademhaling worden continu geregistreerd. Het aantal infuuspompen is toegenomen.

Tegen middernacht loop ik naar het Ronald Mc Donald Huis. Ik ben verdrietig en doodmoe. Ik heb in de loop van de dag heel veel sms-jes en e-mails ontvangen. Ik ben te moe om te antwoorden, maar het is wel heel fijn om te merken dat zoveel mensen met ons meeleven.