Dinsdag 12 juli 2011 - Zaterdag 16 juli 2011

Dinsdagochtend staan Guusje en ik om 9 uur op. We zijn alleen thuis. Yvonne is werken. Alle andere kinderen zijn op scoutingkamp. De hele ochtend vraagt Guusje wanneer mama naar huis komt. Ze verlangt naar het kamp van haar groep.

Om 12 uur is Yvonne thuis. We lunchen samen. Daarna spullen pakken. Yvonne gaat naar het beverkamp. Ze is altijd leidster geweest bij die groep. Ik vertrek met Guusje naar zwembad de Tongelreep in Eindhoven. Daar is haar groep. Yvonne heeft voor Guusje een zwempak uitgezocht, zodat haar littekens van de operaties nauwelijks zichtbaar zijn. De kinderoncoloog heeft gisteren bevestigd dat Guusje gewoon kan gaan zwemmen. Dat was heel goed nieuws voor onze dochter.

Op de randweg van Eindhoven valt Guusje’s oog op een bord met daarop het woord ‘crematorium’.

“Wat is een crematorium?”
“Daar worden lichamen verbrand van dode mensen. Je kunt in Nederland kiezen voor cremeren of begraven.”
“Ik weet nog niet wat ik wil.”
“Heb je wel eens gedacht aan doodgaan?”
“Jawel.”
“Wanneer?”
“In het ziekenhuis en thuis.”
“Wanneer in het ziekenhuis?”
“In het begin. Toen moesten mama en jij veel huilen.”
“We waren bang dat je dood zou gaan. Er gaan kinderen dood door kanker. Je zei ook dat je thuis aan doodgaan had gedacht. Wanneer was dat dan?”
“Ik werd een keer ’s avonds wakker en toen dacht ik eraan.”
“Heb je ons toen geroepen?”
“Ja, maar ik heb niks gezegd.”
“Je weet dat je altijd alles tegen mama en papa kunt zeggen. Zeker als je bang bent.”
“Zijn jullie nu ook nog bang dat ik dood zal gaan?”
“Je bent heel erg ziek. Je zult nooit helemaal beter worden. Niet worden zoals je vroeger was. Dus nooit helemaal beter zoals Janneke, Lisa, Hans, Anton en Loes zijn. De artsen doen hun uiterste best om ervoor te zorgen dat de tumor in jouw lijf niet groter wordt. Als dat lukt, kun jij nog heel lang leven. Verder moet ook de pijn minder worden. Het is heel moeilijk. Het gaat ook veel tijd kosten. Ik ga er wel vanuit dat het de artsen gaat lukken.”
“Wat wil jij?”
“Hoe bedoel je?”
“Cremeren of begraven?”

In de Tongelreep voegen we ons bij de scoutinggroep. Eerst liggen we nog buiten, maar als de zon verdwijnt en vervangen wordt door grijze wolken verplaatsen we ons naar binnen. Guusje gaat eenmaal van de glijbaan af en tweemaal door de draaikolk. Meer zwemmen zit er voor haar niet in. De rest van de middag brengt ze door aan de kant. Op zulke momenten valt het op dat ze weinig meer kan. Ze zou zo graag de hele middag in het zwembad zijn. Net zoals haar broer Anton. Ik zie hem enkele keren voorbij flitsen.

Terug op het kampterrein is de blokhut veranderd in een wokrestaurant. De kinderen smullen. Daarna film kijken. De avond wordt afgesloten met een spannend themaverhaal. Een bezoek aan Calypso, geest van de zee. Het is 23 uur als ik met Guusje in de auto stap. Ze is heel erg moe. Ze zit vol enthousiaste verhalen over het piratenthema. Ik merk dat scouting heel erg leuk is voor kinderen.

Op woensdag blijven we het grootste deel van de dag thuis. Guusje is duidelijk vermoeid. Daarom gaan we ’s middags eerst naar de afsluiting van het beverkamp. Bever Loes is blij me weer te zien. Beverleidster Janneke wellicht ook, maar laat dat, waarschijnlijk door haar leeftijd, niet erg merken.

Einde beverkamp - Diploma toverschool

Aan het einde van de middag rijd ik met Guusje naar haar kamp. We komen weer in de buurt van Eindhoven. Gisteren hadden we hier het gesprek over doodgaan. Vanavond gelukkig een minder zwaar onderwerp. Uit de luidsprekers klinkt Guus Meeuwis. Guusje luistert naar de teksten en wil de betekenis weten van ‘verstoven grond’, ‘uit en thuis’, ‘jouw idee van geluk’, ‘de dag omarmd’ en ‘laat mij in die waan’.

Regen buiten betekent binnen spelletjes doen
Het regent. Daarom blijven we vanavond binnen. De kinderen praten over een stukje voor de bonte avond. Helaas is er onenigheid tussen de meisjes. Later vertelt Guusje dat een van de meisjes gezegd heeft dat ze bang is voor schut te staan als Guusje meedoet. Deze opmerking doet zeer.

Op donderdag arriveer ik met Guusje aan het begin van de middag op het kampterrein. De bonte avond wordt voorbereid. Er is geen onenigheid meer tussen de meisjes. Ze oefenen samen een dansje. Ook het grimeren verloopt leuk. De bonte avond is gezellig. Dat kan niet gezegd worden over het weer. Het regent de hele dag. Soms met bakken.

Heerlijk toetje
Het is tegen middernacht als ik met Guusje in de auto stap. We rijden naar huis door de stromende regen. Ze zegt: “Als ik mijn ogen sluit, dan droom ik. Wat was het leuk op kamp.”

Zo slecht het weer de afgelopen dagen is geweest, zo heerlijk zomers warm is het op vrijdag. Opruimen, bingo, friet en afsluiting van het zomerkamp. Op de terugweg vertelt Anton met schorre stem hoe leuk en geweldig het scoutingkamp was. Hij had nog wel vijf weken door willen gaan. Een beter compliment kan de leiding niet krijgen.

Op zaterdag keren Hans en Lisa terug van hun zomerkamp. Ook zij hebben een  leuke week gehad. Ze hebben veel gefietst. Meer dan tweehonderd kilometer. Vaak door wind en regen. ’s Avonds zitten we als vanouds met achten aan tafel. Verhalen vol plezier.

Als ik terugkijk op de zomerkampen, zijn onze kinderen dolenthousiast. Ze hebben genoten. Ook Guusje heeft fijne herinneringen. Ze betaalt een behoorlijke tol. Dat blijkt op zaterdag. Ze is moe. Ze heeft zich de afgelopen week enorm ingespannen. Ze kan niet veel vergeleken met andere kinderen.  Toch heeft ze hele goede momenten gehad. Deze zijn schaars en van korte duur. Hieronder een filmpje met enkele persoonlijke hoogtepunten van onze kanjer.