Maandag 12 december 2011

We zijn te laat uit bed. Gelukkig zijn Yvonne en ik nog vrijgesteld van werken. Dat is prettig, want Guusje zit niet in mijn achterhoofd. Ze zit in mijn voorhoofd. De hele dag denk ik aan haar. Ze gaat geen seconde weg. Het besef van ‘nooit meer’ dringt in mijn gevoel steeds meer door.

Vandaag wordt een rustige dag. Alleen om 10 uur een afspraak met kunstenares Doortje IJpelaar. Verder staat er niets op de agenda. Heel vaak begint een dag op deze wijze, maar ook vandaag zal blijken dat ik ’s avonds weer eens op de bank zit met een volle inbox en blij ben dat de telefoon stil is.

Om 10 uur klinkt de deurbel. Het is Doortje. Zij gaat een pot beschilderen met Guusje’s favoriete kleuren en motieven. In deze pot komt de as van Guusje. Yvonne en ik hebben werk gezien van Doortje en wij zijn erg enthousiast. We gaan ervan uit dat ze voor Guusje iets heel moois maakt, passend bij het karakter van ons moedige meisje.

Zo rustig als de ochtend was, zo hectisch is de middag. Veel lange en korte telefoongesprekken. Er is een lang gesprek met Asja Vossen van Omroep Brabant. Een interview voor hun website. Ik krijg de vraag voorgelegd wanneer ik ga stoppen met bloggen. Deze vraag overvalt me. Toch geef ik een antwoord: 1 januari. Een antwoord zonder nadenken. Het klinkt wel goed, maar of ik echt ga stoppen weet ik niet.

Er is nog een lang telefoongesprek met een redacteur van Hart van Nederland. Zij willen aandacht besteden aan het verschijnen van het boek. Ik vind het heel mooi dat ook de landelijke media aandacht besteden aan KanjerGuusje.

Over landelijk gesproken. Aan het begin van de middag goed nieuws. Ik krijg een telefoontje dat alle Bruna’s in Nederland het boek over Guusje willen verkopen. Er moet eerst nog wel het een en ander worden geregeld, maar het gaat goed komen. Het boek is vanaf zaterdag in alle winkels te koop. Reserveren bij je eigen Bruna is aan te raden.

Ik heb inmiddels een aantal interviews gegeven. Elke verslaggever is anders. Ik vind dat prettig. Er is veel afwisseling. Toch is er een vraag die bijna elke keer wordt gesteld: hoe is het met je andere kinderen? Ik schrijf veel over de gevoelens van gemis. Hierdoor lijkt het misschien dat ik alleen maar met Guusje bezig ben en niet met onze andere kinderen. Dat beeld klopt niet. Ik zou trouwens wel eens willen weten wie deze vraag kan beantwoorden voor zijn of haar eigen kinderen. Je kunt niet in het hoofd van je eigen kind kijken. Je kunt je enkel proberen een voorstelling te maken van wat er zich in het hoofd afspeelt.  Yvonne en ik proberen er voor onze kinderen te zijn. Misschien nog wel meer dan vroeger.

Het telefooncircus gaat ook in de avond verder. Onze kinderen moeten erom lachen. Ze weten dat ik geen fan ben van telefoneren. Misschien toch maar doorgaan met bloggen, ook in het nieuwe jaar. Stel je voor dat ik nog meer telefoontjes zou krijgen dan vandaag. Dan laat ik een telefoonhoorn implanteren.