Maandag 5 december 2011

Om 10 uur hoor ik de deurbel. Twee journalisten van het Brabants Dagblad voor een interview. Het zijn Michel Koster en Jan in ’t Groen. We praten bijna twee uur over Guusje’s ziekte en het blog KanjerGuusje. We spreken met elkaar af dat ik vooraf inzage krijg in de tekst die in de krant verschijnt.

Het interview komt eind volgende week in de krant. Dan is ook het boek te koop. Gisteren heb ik de titel bekend gemaakt en daarop ontvang ik veel positieve reacties. Dat doet me goed.

Na de lunch weer de deurbel. Ik doe open. Verbaasde blikken. Het is Frank Trommelen. Hij fotografeert voor het Brabants Dagblad. We hebben elkaar jaren niet gezien. We zaten bij elkaar op de middelbare school. Even gezellig bijpraten.

Steeds gaat de telefoon. Heel vervelend. Ik moet nog een gedicht maken. Onze kinderen zijn het gewend. Papa maakt nooit surprises. Beetje moeilijk met zijn twee linkerhanden. Papa moet het van zijn dichtkunst hebben. Probleem is dat papa gaat zitten en maar aan één ding kan denken: Guusje. Ze wil maar niet weggaan uit zijn gedachten.

De afgelopen dagen heb ik een aantal keren last gehad van moeilijke momenten. Ook het doorlezen van het boek in verband met correcties van de eerste proefdruk was moeilijk. Ik moest zelfs een keer stoppen, omdat de emoties te hoog opliepen.

Na veel hangen en wurgen krijg ik een aardig rijmpje op papier, maar ik kan beter. Dat weet ik. Onze kinderen druppelen binnen. Ze zijn druk. Vooral met raden wie-heeft-wie voor surprise. Wie de juiste combinatie raadt wint tien euro. Dit heb ik een aantal jaren geleden ingevoerd om te voorkomen dat al weken voor pakjesavond iedereen van elkaar weet voor wie hij of zij een surprise moet maken. Vorige jaar hadden we twee winnaars: onze oudste dochters. Zij deelden de winst van tien euro.

Ik besluit even uit te gaan waaien. Lekker met de hond een boswandeling maken. Als ik terugkeer bij mijn auto, realiseer ik me dat er de hele tijd een film in mijn hoofd wordt afgedraaid. De film van 30 oktober. De dag dat Guusje overleed.

Thuis kijk in naar mijn inbox. Veel ongelezen e-mails. Daar kijk ik morgen wel naar. Mijn oog valt op een mailtje van de vormgevers. Die open ik wel. Morgen correcties inleveren van de tweede proefdruk (ik weet niet of dit de juiste term is). Ook een nieuwe versie van de omslag. Ik open de bestanden op het scherm. Een compliment voor de vormgevers. Het is prachtig geworden. Ik print het document, zodat ik vanavond kan kijken of alle voorgestelde correcties zijn doorgevoerd. Terwijl de printer bezig is, staat de omslagfoto op het scherm. Ik zit te wachten en staar naar het gezicht van Guusje. Ik word ineens heel emotioneel. Ze komt nooit meer terug.

Onze kinderen zijn druk. Een beetje opgewonden voor pakjesavond. Voor het avondeten heeft iedereen een papiertje ingevuld met zijn combinatie: wie-heeft-wie-voor-surprise. De juiste combinatie wordt met krijt op de keukendeur geschreven. Na het eten worden de papiertjes doorgenomen. Men heeft elkaar de afgelopen weken zo vaak op het verkeerde been gezet dat uiteindelijk niemand de juiste combinatie heeft geraden. Dus niemand wint tien euro.

Pakjesavond. We zitten in de bank. Veel hilariteit. Eerst surprises. Daarna cadeautjes. Ook voor Guusje. Een digitaal fotolijstje. Zwarte Piet heeft gezorgd voor foto’s. Als alles is uitgepakt, gaat iedereen met zijn nieuwe cadeautjes ‘spelen’. Ik stort mij op de corrigeren van de proefdruk. Daar ben ik tot half 2 zoet mee. Afgelopen nacht tot 4 uur bezig geweest. Ik weet het. Het is niet gezond. Ik mail alle correcties, inclusief de opermerkingen van de uitgever, naar de vormgevers. Die kunnen morgen de draad verder oppakken. Volgende week dient er een mooi boek te liggen. Een boek waar we trots op kunnen zijn. Dat beloof ik je, Guusje.