Maandag 16 januari 2012

Vandaag op tijd in Utrecht. Aan het werk. In de ochtend ontvang ik veel reacties op mijn blogbericht van gisteren. Ik schreef dat van Yvonne en mij wordt verlangd dat we zo snel mogelijk weer meedraaien in de maatschappij. Uit reacties blijkt dat mijn stelling door veel mensen anders wordt geïnterpreteerd. Daarom een toelichting.

Er zijn gewoon twee zaken die mij opvallen bij ontmoetingen. Het eerste is ‘ontwijken’. Ik ben in gezelschap. Ik zie mensen voor de eerste keer na het overlijden van Guusje. Ik weet inmiddels dat ik niet mag verwachten dat deze mensen iets zeggen over Guusje.

Het tweede betreft ‘werken’. Gaat het gesprek wel over Guusje, dan wordt altijd de vraag gesteld of ik al aan het werk ben. Dit is een gewone vraag. Er is niks mis mee. Zo lijkt het. Waarom wordt deze vraag altijd gesteld? Dat vraag ik me af. Altijd in het begin van het gesprek.


Je kind is overleden en je werkt niet. 
Heb je dan meer verdriet dan ik?


Het weekblad Privé kopt in een artikel over mij ‘Van binnen ga ik kapot’. Een goede titel. Zo voelt het voor mij. Ook al ben ik aan het werk. Probeer ik samen met anderen mooie doelen te realiseren voor kinderen met kanker. Ik heb veel verdriet. Net zoals andere ouders die hun kind verliezen. Wel of niet werken staat los van de pijn van gemis.

Ik vind het prettig om te werken. Collega’s zijn behulpzaam. Mijn werkgever geeft me ruimte. Dat is fijn. De wereld is anders dan voorheen. Deze wereld zonder Guusje.

Als ik thuis arriveer, heeft iedereen gegeten. Voor mij is er lasagne. Daar houd ik van. Doet me denken aan het ziekenhuis. Toen haalden we wel eens lasagne voor Guusje. Ze vond het eten in het Emma Kinderziekenhuis AMC smerig. Kwestie van goede smaak.

Als ik klaar ben met eten, komt Anton binnenlopen in zijn judo pak. Yvonne stelt voor dat hij gaat douchen. Anton geeft aan er niet aan te moeten denken. Douchen vindt hij saai. Zo te horen een echte kerel. Opvoeding in hygiëne is noodzaak bij dit soort jongens.

Voordeel van niet werken in het onderwijs. Geen lessen voorbereiden voor morgen. Heerlijk een avondje bankhangen. Met mijn laptop. Ik beantwoord mailtjes. Ik plaats een persbericht van twee Bruna’s in Leiden. Zaterdag zal ik in hun winkels boeken signeren. Voor elk verkocht exemplaar doneren ze 20 euro. Voor Stichting KanjerGuusje. Ondernemers met een goed hart.