Dinsdag 11 september 2012

Het verkeer tussen Tilburg en Eindhoven schiet niet op. Ik zit in de auto. Samen met Janneke. Ik zet haar af bij de Technische Universiteit. Daarna rijd ik door naar Fontys. Daar verzorg ik een gastcollege voor verpleegkundigen in opleiding. Een ander verhaal dan gisteren voor middelbare scholieren. Vandaag vertel ik over de nare onbekende wereld van kinderen met kanker en de positieve rol die verpleegkundigen daarin kunnen spelen. De studenten zijn belangstellend en stellen vragen. Anderhalf uur vliegt voorbij.

De rest van de dag werk ik thuis. Ik kijk in mijn privémail. Een studente heeft een bericht gestuurd met woorden die me raken:

Wat moet het dapper zijn om te sterven!
Wij rouwen om één persoon, 
Guusje heeft de hele wereld achter zich moeten laten.
Best eng eigenlijk ... los laten! 
Maar ook, wat een dappere stap, waar moed voor nodig is.

Gisteren schreef ik dat geluk niet maakbaar is. Ik wil deze uitspraak nuanceren. Het verlies van Guusje is mij overkomen. Hoe verweef ik dat verlies in mijn leven? Daar kan ik wel invloed op uitoefenen. Ik las in ‘Met mijn ziel onder de arm’ de volgende uitspraak:

op de wind heb je geen invloed
wel op hoe je de zeilen zet

De wijze waarop ik betekenis geef is mijn manier om Guusjes dood te verweven in mijn leven. Ik doe dat onder andere door lezingen te verzorgen. Zo zet ik mijn zeilen.