Donderdag 15 november 2012

Op Twitter komen berichten voorbij over ruiten krabben, mist en files. Ik besluit zo lang mogelijk thuis te werken. Om 11 uur stap ik in de auto. Ik heb afspraken op kantoor. Onderweg voer ik telefoongesprekken. Onder andere met Godelieve. Zij organiseert op woensdag 27 maart een avond in het St. Elisabeth Ziekenhuis in Tilburg. Het is thema is ‘Zij maakten het verschil’. Hoe zorgverleners voor patiĆ«nten en familieleden een baken van licht kunnen zijn in donkere tijden. Menslievende zorg. Ik ga vertellen over mijn ervaringen. We spreken af dat het een interactieve avond gaat worden. Ook voor mensen buiten de zorg.

Halverwege de middag rijd ik naar UniC. Dit is een middelbare school in Utrecht. Op 10 september was ik ook op deze school. Ik heb toen verteld over Guusje. De ziekteperiode en de rouw na het overlijden. De leerlingen van het eerste jaar hebben acties gevoerd voor KanjerGuusje. Ik mag een cheque in ontvangst nemen van meer dan 2300 euro. Ik geniet van het enthousiasme van deze jonge mensen.

Docente Petra is de drijvende kracht achter de acties. Bij het afscheid nodig ik haar uit om naar een lezing te komen. Ze zegt graag te willen komen, maar ze is niet verzekerd bij Yarden. Dan realiseer ik me dat misschien meer mensen zo denken. Dit is een misverstand. Bij een openbare lezing is iedereen welkom. Dus ook bij de avonden die worden georganiseerd door Yarden Vereniging.

Ik verzet vandaag veel werk. Ik kan zelfs stellen dat concentreren steeds beter gaat. Alleen bij het volgen van trainingen op mijn laptop ben ik snel afgeleid. Heeft dat te maken met rouw? Ik vraag het me af. Ik denk vaak aan Guusje. Dat klopt. Maar ik was altijd al snel afgeleid.

Om half 8 parkeer ik bij MET Praktijkonderwijs in Waalwijk. Hier mag ik morgenochtend aan leerlingen vertellen over KanjerGuusje. Vanavond spreek ik voor ouders. De adjunct-directeur dringt er bij mij op aan om zeker niet langer dan een kwartier te spreken. Dat benadrukt hij slechts tweemaal.

Voor mijn gevoel maak ik vaart. Toch spreek ik vijfentwintig minuten. De adjunct-directeur komt na afloop naar me toe. Hij zegt dat hij me de extra tien minuten spreektijd vergeeft. De ouders verdwijnen naar lokalen voor deelname aan workshops. De adjunct-directeur blijft achter. Samen met moeders van de oudervereniging.

We raken in gesprek. Er wordt openhartig gesproken over kanker. Het valt me op dat bij velen de ergernis ten opzichte van de omgeving groot is. Deze weet vaak niet te reageren op kankerpatiƫnten en kiest ervoor om daarom maar net te doen alsof er niets aan de hand is. Ik denk dat de reden vaak schaamte is. De angst om verkeerd te reageren. Daarom kiest men voor zwijgen. En dat is pas verkeerd.