Mijn TED (Nederlandse versie)

Het is twee jaar geleden. Onze dochter Guusje is opgenomen in het ziekenhuis. Mijn vrouw Yvonne en ik zitten naast haar bed. Een vriendelijke arts komt binnenlopen. Ze zegt dat ze de uitslag wil bespreken van de CT-scan die eerder die dag is gemaakt. Yvonne en ik lopen met de arts mee. We nemen plaats op een bankje. Tegenover ons zitten drie artsen. Een van hen zegt dat zich in de linkerlong van onze dochter een tumor bevindt, en plekjes in de rechterlong.

En toen was het stil, erg stil.

Een donderslag. Ik hoor kanker. Ik denk dood.

Ik heb het gevoel alsof ik in een slechte film terecht ben gekomen. De arts zegt dat Guusje waarschijnlijk voor lange tijd in het ziekenhuis wordt opgenomen. Daarom heeft hij besloten voor Yvonne en mij een kamer te reserveren in het Ronald McDonald Huis. Daar kunnen ouders overnachten, als hun kind in het ziekenhuis is opgenomen. Een goede actie van de arts. Toch denk ik: ‘Wie ben jij dat jij besloten hebt voor ons een kamer te reserveren?’ Ik had me toen nog niet gerealiseerd dat onze levens niet meer van ons waren.

Guusje had ‘rust’ nodig. Dat riep iedereen steeds in het ziekenhuis. Maar er trok een stoet van zorgverleners aan haar bed voorbij: verpleegkundigen, meer dan zestig verpleegkundigen, oncologen, kinderartsen, chirurgen, radiotherapeuten, fysiotherapeuten, psychologen, en dat was nog niet alles. Elke ochtend vroegen we ons af welke verrassingen ons nu weer te wachten stonden. We werden geleefd.

Tijdens deze periode in het ziekenhuis waren drie dingen belangrijk voor onze dochter.
Ten eerste school. Elke ochtend een uurtje. Dan kon ze laten zien hoe slim ze was.
Ten tweede schilderen op dinsdag. Slechts een half uurtje. Ze was creatief en altijd trots op haar werk.
Tot slot de dieren van de kinderboerderij. Zij kwamen elke donderdagmiddag naar het ziekenhuis. Guusje hield ervan om de dieren te knuffelen.


Ik herinner me echter dat deze drie dingen vaak niet door gingen. Niet vanwege levensbedreigende situaties, maar omdat de organisatie in het ziekenhuis draait om foto’s maken en naalden aanprikken. De dingen die voor Guusje belangrijk waren. Die moesten wijken, omdat ze kennelijk niet belangrijk genoeg waren. Toch waren het juist die dingen die haar het gevoel gaven dat haar leven nog steeds van haar was.

Net zoals alle kinderen in Nederland met de diagnose kanker kreeg Guusje een KanjerKetting. Elke kraal aan de ketting staat voor een behandeling, onderzoek of gebeurtenis. Een gele kraal voor een röntgenfoto of een scan. Een groen/oranje kraal voor chemo. Een groene kraal voor een slechte dag. Een roze voor een goede. De kralen worden aan een ketting geregen in chronologische volgorde. De kralen hielpen Guusje te praten over haar ziekte. De KanjerKetting symboliseerde haar moed en vertelde wat ze meemaakte.

Zeven weken lang waren we in het ziekenhuis. Zeven weken lang groeide haar KanjerKetting. Toen zei haar oncoloog: ‘Ik geef je een cadeau voor je tiende verjaardag. Een week thuis. Een week zonder 60 verpleegkundigen. Een week waarin je zelf kunt beslissen wanneer je wil schilderen.’

We maakten ons klaar om naar huis te gaan. Guusje voelde zich echter onzeker. Zouden papa en mama haar wel injecties kunnen geven en kunnen omgaan met sondevoeding? Ze wilde het liefst haar lievelingsverpleegkundige mee naar huis nemen om voor haar te zorgen.
Twee verpleegkundigen zagen Guusjes onzekerheid en kregen een idee. Ze gaven Yvonne en mij les in injecties geven en sondevoeding toedienen. Na enkele dagen besloten Guusje en de verpleegkundigen samen dat Yvonne en ik geslaagd waren als zorgverleners. Samen met de verpleging reikte Guusje heel officieel aan haar moeder en mij een diploma uit: we waren geslaagd!


Patiënten, zoals onze dochter, moeten zich aanpassen aan de organisatie van het ziekenhuis. Door mensen keuzes te geven kunnen jullie als zorgprofessionals regie teruggeven aan patiënten en families. Soms kan het zo eenvoudig zijn. Het gevoel van grip is belangrijk. Het gaat om mensenlevens. Onderzoeken en ingrepen worden uitgevoerd op mensen. Hun leven is van hen.

En Guusje? Zeven maanden na de diagnose kreeg ze een bloeding. Haar buik zat vol bloed. Ze was erg zwak. Ik zei tegen haar dat we zoveel van haar hielden dat we haar los konden laten.
We zaten rond haar bed. Haar moeder, haar vader, haar broers, haar zussen en haar lievelingsverpleegkundige. Guusje liet ons uren wachten en nét toen niemand het verwachtte, koos zij háár moment. Haar leven was van haar.

De originele versie vind je op YouTube: 
http://www.youtube.com/watch?v=ZoF0AGs_d_k