Ik bel naar het
crematorium. Er was gezegd dat onze hartjes met Guusje’s as voor kerst klaar
zouden zijn. Aan de andere kant van de lijn een stem die zegt: ‘Meneer, ze zijn
net klaar. Ik zie het, want er ligt hier een factuur op mijn bureau. Die lag er
gisteren nog niet.’
Als Yvonne en ik richting
het crematorium rijden, zit Loes achterin. De CD met muziek van de
crematieplechtigheid staat op. Alles om terug te denken aan 5 november. De dag
van Guusje’s crematie. Veel beelden komen naar boven.
Ik verwacht een
emotioneel lastig bezoek. Dat valt mee. Loes breekt de sfeer. Ze reageert
ongedwongen op alles. Als de dame van het crematorium de hartjes laat zien, kan
Loes niet wachten. Ze moet het hartje om. Ik heb hetzelfde. Ik wil niet eerst
de sieraden mee naar huis nemen. Guusje moet vanaf nu voor altijd bij me
blijven. Niet alleen haar geest in mijn hart. Ook een deel van haar lichaam op
mijn lichaam.
Thuis willen onze
andere kinderen hun hartje met Guusje ook zo snel mogelijk om. Het doet Yvonne
en mij enorm goed. De gretigheid waarmee het gebeurt betekent: ik omhels mijn
zusje en ik neem haar voor altijd met me mee.
Net voor het
avondeten haal ik de krant uit de brievenbus. Het is de Duinkoerier. Een
huis-aan-huis-blad voor Kaatsheuvel en omstreken. Op de voorpagina een groot
stuk over het boek van KanjerGuusje. De verkopen gaan erg goed. Bij het openen
van de website www.bruna.nl kun je niet om
KanjerGuusje heen.
’s Avonds gaan
Yvonne en ik op bezoek bij Martijn en Ellen. Hun dochter Sanne is half juni
overleden. Ook aan kanker. Het is een fijne avond. Contact met lotgenoten is
prettig. We praten veel over onze kinderen. Met name over Guusje en Sanne. Zelfs
foto’s van onze overleden kinderen laten we aan elkaar zien. We delen
gebeurtenissen, ervaringen en emoties. Al snel is het 11 uur. We praten in
januari verder.
Het is na
middernacht als ik mailtjes lees. Wat is het succes van het boek? Ik ga af op
de mening van anderen. Ik heb een mail gehad van een moeder die ook met haar
zoon in het ziekenhuis was toen Guusje overleed. Hieronder enkele citaten uit
haar e-mail.
Ook ben ik inmiddels bezig in jullie boek, wat voor
ons zoveel herkenning geeft.
Het helpt ons bij een stukje verwerking door het zo
op papier te lezen.
Ook familie en vrienden lezen het boek, en krijg vaak
de reactie dat ze nu begrijpen wat wij doormaken.
Ik heb ontzettend veel respect voor jullie hoe
jullie hier mee om gaan en geeft ons ook de kracht om het gevecht met deze
vreselijke ziekte aan te gaan.
Wij denken vaak aan dat kleine blonde meisje.....
Dat laatste doe ik
ook. Vaker dan vaak. De hele dag. Ik ben blij dat we vandaag haar as op hebben
gehaald. Guusje is daar waar ze hoort: thuis. Ze staat nu in een pot op
haar eigen tafel. Binnenkort in een pot die Doortje IJpelaar speciaal voor haar
beschildert.
Laat op de bank
schrijf ik mijn blog. Ik voel aan het hartje dat aan een kettinkje om mijn nek
hangt. In mijn hoofd klinken de volgende woorden van het lied 'De Weg':
Ik ga niet weg
Ik heb nog wat tijd gekregen
Zal altijd maar doorgaan
Tot aan het eind
Ik heb je voor altijd
Mijn hart gegeven
Ik draag je bij me
Tot het licht straks dooft
Ik draag je bij me
Tot het licht straks dooft