Woensdag 21 december 2011

Hoe bevalt het blog als boek? Ik heb me dat de afgelopen weken vaak afgevraagd. Deze ochtend plaats ik een oproep op mijn blog: op- en aanmerkingen mailen naar boek@kanjerguusje.nl. Ik weet dat er veel mensen meeleven, maar dat ik binnen 24 uur meer dan honderd mailtjes ontvang, had ik nooit verwacht. Alle e-mails lezen is een hele klus waarvoor ik graag wil gaan zitten.

Ik bel naar het crematorium. Er was gezegd dat onze hartjes met Guusje’s as voor kerst klaar zouden zijn. Aan de andere kant van de lijn een stem die zegt: ‘Meneer, ze zijn net klaar. Ik zie het, want er ligt hier een factuur op mijn bureau. Die lag er gisteren nog niet.’ 

Als Yvonne en ik richting het crematorium rijden, zit Loes achterin. De CD met muziek van de crematieplechtigheid staat op. Alles om terug te denken aan 5 november. De dag van Guusje’s crematie. Veel beelden komen naar boven.

Ik verwacht een emotioneel lastig bezoek. Dat valt mee. Loes breekt de sfeer. Ze reageert ongedwongen op alles. Als de dame van het crematorium de hartjes laat zien, kan Loes niet wachten. Ze moet het hartje om. Ik heb hetzelfde. Ik wil niet eerst de sieraden mee naar huis nemen. Guusje moet vanaf nu voor altijd bij me blijven. Niet alleen haar geest in mijn hart. Ook een deel van haar lichaam op mijn lichaam.

Thuis willen onze andere kinderen hun hartje met Guusje ook zo snel mogelijk om. Het doet Yvonne en mij enorm goed. De gretigheid waarmee het gebeurt betekent: ik omhels mijn zusje en ik neem haar voor altijd met me mee.

Net voor het avondeten haal ik de krant uit de brievenbus. Het is de Duinkoerier. Een huis-aan-huis-blad voor Kaatsheuvel en omstreken. Op de voorpagina een groot stuk over het boek van KanjerGuusje. De verkopen gaan erg goed. Bij het openen van de website www.bruna.nl kun je niet om KanjerGuusje heen.



’s Avonds gaan Yvonne en ik op bezoek bij Martijn en Ellen. Hun dochter Sanne is half juni overleden. Ook aan kanker. Het is een fijne avond. Contact met lotgenoten is prettig. We praten veel over onze kinderen. Met name over Guusje en Sanne. Zelfs foto’s van onze overleden kinderen laten we aan elkaar zien. We delen gebeurtenissen, ervaringen en emoties. Al snel is het 11 uur. We praten in januari verder.

Het is na middernacht als ik mailtjes lees. Wat is het succes van het boek? Ik ga af op de mening van anderen. Ik heb een mail gehad van een moeder die ook met haar zoon in het ziekenhuis was toen Guusje overleed. Hieronder enkele citaten uit haar e-mail.

Ook ben ik inmiddels bezig in jullie boek, wat voor ons zoveel herkenning geeft.
Het helpt ons bij een stukje verwerking door het zo op papier te lezen.

Ook familie en vrienden lezen het boek, en krijg vaak de reactie dat ze nu begrijpen wat wij doormaken.

Ik heb ontzettend veel respect voor jullie hoe jullie hier mee om gaan en geeft ons ook de kracht om het gevecht met deze vreselijke ziekte aan te gaan.

Wij denken vaak aan dat kleine blonde meisje.....

Dat laatste doe ik ook. Vaker dan vaak. De hele dag. Ik ben blij dat we vandaag haar as op hebben gehaald. Guusje is daar waar ze hoort: thuis. Ze staat nu in een pot op haar eigen tafel. Binnenkort in een pot die Doortje IJpelaar speciaal voor haar beschildert.

Laat op de bank schrijf ik mijn blog. Ik voel aan het hartje dat aan een kettinkje om mijn nek hangt. In mijn hoofd klinken de volgende woorden van het lied 'De Weg':

Ik ga niet weg
Ik heb nog wat tijd gekregen
Zal altijd maar doorgaan
Tot aan het eind
Ik heb je voor altijd
Mijn hart gegeven
Ik draag je bij me
Tot het licht straks dooft
Ik draag je bij me
Tot het licht straks dooft