Woensdag 7 december 2011

‘Pap, jij zou me wegbrengen.’
‘Waarom heb je me dan niet gewekt?’
Ik kijk vanuit mijn bed naar Janneke, aangekleed in de deuropening. Zo te zien klaar voor vertrek. Heel snel uit bed. Kleren aan. Naar beneden.
‘Koffie, pap?’
‘Doe maar.’
Even later zitten we in de auto richting Tilburg. Er is een omleiding. Dat kan er ook nog wel bij. Vlakbij het station begint het flink te regenen.
‘Heb je een paraplu bij je?’
‘Nee.’
‘Dat is ook niet slim. Op het perron kun je flink nat worden.’
Ze stapt uit. Ik zwaai nog terwijl ik haar richting de ingang van het station zie lopen. Daar gaat Janneke. Richting Rotterdam. Ze heeft een meeloopdag. Stel dat ze, ondanks het verdriet om haar overleden zusje, toch slaagt. Dan is het wel handig om een vervolgopleiding achter de hand te hebben.

Om half 10 stappen Yvonne en ik in de auto. Eerst naar Tilburg. We rijden dezelfde weg als op 5 november. De dag van de crematie. Ik zie de lijkwagen voor me rijden. Guusje’s laatste autorit. Anton naast de chauffeur. We arriveren bij het crematorium. Bij aankomst zien we dat er in beide aula’s een plechtigheid is. Daar komen wij niet voor. Officieel gaan we Guusje’s as ophalen. We willen allemaal een sieraad, ook de broers en zussen, met daarin verwerkt de as van Guusje, zodat we Guusje altijd bij ons hebben. We worden ontvangen door een oudere vriendelijke dame. We hebben onze keuze al snel gemaakt. Guusje is voor altijd in ons hart.

Dan het moment dat we Guusje gaan zien, haar as natuurlijk. Ik had me hier vooraf geen voorstelling van gemaakt. Het voelt vreemd. De dame laat ons alleen met een papieren zak achter. In die zak de as. Yvonne maakt deze open. Daar zien we voor het eerst de as van onze dochter. Yvonne is emotioneel en ik onbewogen. Dit is Guusje niet. Natuurlijk is dit Guusje wel, maar niet voor mij. Als de dame terug is praten we uitgebreid over ons kleine blonde meisje. De as nemen we niet meer naar huis. Deze blijft achter om verwerkt te worden in de zeven sieraden. Dan merk ik ineens dat ik toch minder onbewogen ben dan ik denk. Waarom laten we Guusje weer hier achter? Het antwoord is simpel: als Guusje mee naar huis gaat, dan gaat ze nooit meer weg.

We vertrekken te laat in Tilburg. We zullen nooit op tijd in Amersfoort zijn. Even contact opnemen met de uitgever. Dit is al de tweede keer dat we te laat zijn bij een afspraak met de drukkerij. Het is weer zo ‘niet ik’.

Onderweg praten we over de leuke initiatieven voor Stichting KanjerGuusje. Een heel sympathieke actie is van Juul Habraken. Zij gaat zingen voor KanjerGuusje. Meer informatie over haar actie vind je op www.ikzingvoorkanjerguusje.webs.com

Een half uur te laat stappen we binnen bij de drukkerij. De overdracht van vormgeving naar drukken gaat vandaag plaatsvinden. De persen kunnen gaan draaien. Ik hoop dat ik zo spoedig mogelijk bekend kan maken hoe het boek online besteld kan worden. Bij Bruna Kaatsheuvel kan het boek al gereserveerd worden, maar als je ver weg woont is dat geen optie. Ik wacht op groen licht van de uitgever. Dan ben ik verlost van alle e-mails en tweets met: waar kan ik bestellen?

Een middagje druk praten en afstemmen van plannen voor de komende periode. Ik heb al een interview gegeven aan het Brabants Dagblad. Nu wordt het tijd om ook afspraken te gaan maken over interviews met de nationale pers. We hopen allemaal dat er veel boeken verkocht gaan worden. Wat maakt het boek nu eigenlijk zo bijzonder? Ik heb zo mijn ideƫen hierover. De uitgever ook. Bij de meeste boeken kent een lezer het einde van het verhaal niet, maar de auteur wel. Bij het boek over KanjerGuusje is het andersom: de lezer kent de afloop, maar de auteur niet. Als je het boek over Guusje gaat lezen, dan weet je vanaf het eerste moment dat ze het helaas niet gaat redden, maar de schrijver weet het niet. Elke dag schrijf ik wat er die dag gebeurd is. Zonder voorkennis van wat komen gaat. Hopend op een goede afloop. Uiteindelijk tegen beter weten in.

De avond verloopt rustig. Ik loop een blokje om met de hond. Schuin voorover tegen de harde wind. Thuis mailtjes beantwoorden. Vooral denken aan wat er komen gaat. Volgende week zal ik het boek voor het eerst in mijn handen houden. Dat wordt een emotioneel moment. Ik kijk er nu al naar uit.

De dag eindigt zoals deze begon. De papataxi komt in actie. Vanmorgen voor Janneke. Vanavond voor Lisa. Onderweg babbelen met Lisa over het boek en over het sieraad dat we voor haar hebben besteld met daarin een deel van de as van Guusje. Haar zusje altijd bij haar. Ze vindt het een mooi idee.