Ik kijk naar de
wekker. Het is 8 uur geweest. Opstaan! De vakantie is voorbij. Verslapen op de
eerste schooldag. Toch lukt het om op tijd op school te zijn. Het gewone leven
begint weer. Het nieuwe jaar ligt voor ons. De werkelijkheid voor veel mensen.
Niet voor Yvonne en mij. Wij laten het oude jaar niet achter ons. Zouden we
graag willen. Lekker vooruit kijken. Plannen maken voor de toekomst. Deden we
ook. In het verleden. Toen we nog zes levende kinderen hadden. Vooral ik was
een vooruitkijker. Zeker niet blijven hangen in het verleden. Mijn lot in eigen
hand. Mijn leven was van mij.
Het is moeilijk.
De wereld draait door. De mijne staat stil. Er is een groot gat in ons gezin
geslagen. Ik staar nog steeds met open mond naar dat gapende gat. Zeker als ik
voor het digitale fotolijstje sta in de woonkamer. Daarop foto’s van Guusje. Ik
kan ons kleine blonde meisje nooit meer aanraken. Het besef kom steeds harder
binnen. Zo onwerkelijk maar wel realiteit.
Vandaag werk ik
thuis. Ik heb het idee dat ik maar wat aanrommel. Ongewoon voor mij. Ik ben
gewend gedreven richting een doel te werken. Morgen ga ik naar kantoor. Ik wil
me graag beter op mijn werk concentreren. Guusje zit steeds in mijn voorhoofd.
Ze weigert om ruimte op te geven in mijn hoofd. Soms lukt het me om ergens
anders aan te denken, maar nooit lang. Dan neemt ze snel haar plaats weer in.
Yvonne voelt zich
niet lekker. Een bezoek aan de tandarts eindigt bij de huisarts. Met
antibiotica naar huis. Ik hoop dat ze snel opknapt. Morgen wil Yvonne naar
school. Voor het eerst na Guusje’s overlijden.
Als Yvonne ziek
is, zorg ik voor het avondeten. Ik kies voor makkelijk. Chinees is lekker en
snel gehaald. Toen de kinderen klein waren haalde ik één menu. Daar aten we
twee dagen van. Tegenwoordig haal ik twee menu’s. Hopen dat het genoeg is voor
één dag. De avond is rustig. Heel prettig na een druk weekend.