Het verkeer tussen Tilburg
en Eindhoven schiet niet op. Ik zit in de auto. Samen met Janneke. Ik zet haar
af bij de Technische Universiteit. Daarna rijd ik door naar Fontys. Daar
verzorg ik een gastcollege voor verpleegkundigen in opleiding. Een ander
verhaal dan gisteren voor middelbare scholieren. Vandaag vertel ik over de nare
onbekende wereld van kinderen met kanker en de positieve rol die
verpleegkundigen daarin kunnen spelen. De studenten zijn belangstellend en
stellen vragen. Anderhalf uur vliegt voorbij.
De rest van de dag werk ik
thuis. Ik kijk in mijn privémail. Een studente heeft een bericht gestuurd met
woorden die me raken:
Wat moet het dapper zijn om te sterven!
Wij rouwen om één persoon,
Guusje heeft de hele wereld achter zich moeten
laten.
Best eng eigenlijk ... los laten!
Maar ook, wat een dappere stap, waar moed voor
nodig is.
Gisteren schreef ik dat
geluk niet maakbaar is. Ik wil deze uitspraak nuanceren. Het verlies van Guusje
is mij overkomen. Hoe verweef ik dat verlies in mijn leven? Daar kan ik wel
invloed op uitoefenen. Ik las in ‘Met mijn ziel onder de arm’ de volgende
uitspraak:
op de wind heb je geen invloed
wel op hoe je de zeilen zet
De wijze waarop ik
betekenis geef is mijn manier om Guusjes dood te verweven in mijn leven. Ik doe dat onder andere door lezingen te verzorgen. Zo zet ik mijn zeilen.