De bel. Zo vroeg al. Ik
trek mijn ochtendjas aan. Voordeur open. Een grote bos bloemen. Bezorgd met een
vrolijke glimlach. Afzender is Lidy. Zij mailt regelmatig. Lidy is geen kind
verloren. Zij weet me vaak te raken. Ik heb ooit gesteld dat alleen lotgenoten
elkaar begrijpen en dat buitenstaanders enkel begrip kunnen tonen. Lidy laat
mij zien dat er uitzonderingen zijn.
’s Middags kopen we
kleding en boeken. Loes wil graag het laatste boek van Dolfje Weerwolfje
hebben. Ik zie ‘Dolfje Sneeuwwolfje’ in op een tafel liggen. Deze las ik voor.
De avond voor Guusjes overlijden. Aan het einde van de middag een hapje eten. Samen
met Loes en Hans. Daarna naar ‘Mees Kees’. Een gezellige kinderfilm. Weer thuis
ligt Loes op de bank. Ze geniet van ‘Ik hou van Holland’. In haar armen een
knuffel van Guusje. Als ik zeg dat er de laatste tijd vaak knuffels van het ene naar het andere bed overspringen, glimlacht Loes.