Vrijdag 23 maart 2012

‘Ik ben Lowie van Gorp’
‘Dus jij bent de man met vijf kinderen.’
Ik ben even stil.
‘Zes kinderen.’
‘Nog meer. Wat goed man.’
Mijn collega lacht.
Ik kijk serieus.
‘Helaas is er één dood.’

Subtiel zeggen dat je kind dood is: ik heb zes kinderen om van te houden en vijf om voor te zorgen. Andere manier: ik heb een koesterkind. Toch kies ik meestal spontaan voor de onverbloemde waarheid: mijn dochter is dood.

Het werken gaat me goed af. Vandaag twee keer een presentatie geven op kantoor. Als ik terug naar huis rijd, kom ik onverwacht in de file. De zon schijnt. Het is prachtig lenteweer. Ik ben moe. Op de radio veel gepraat. Ik schakel over naar CD. Muziek en liedjes van Guusjes uitvaart. Soms zing ik mee in mijn hoofd. Dan weer voel ik emoties. Ik mis haar zo.

Vroeg in de avond krijgen we bezoek. De ouders van Sanne. Overleden aan kanker. We hebben ze eerder ontmoet. In december voor het eerst. Het is fijn om te praten met mensen die hetzelfde ervaren. We beseffen dat het voor buitenstaanders bijna niet voor te stellen is wat we meemaken. Ze kunnen enkel meeleven. Daar merken wij gelukkig veel van. Ook vandaag ontvangen we weer lieve post.

Als je kind sterft, dan verander je. Vandaag vond ik het gepraat op de radio te druk. Wilde ik alleen nog maar muziek van Guusjes uitvaart horen. Soms rijd ik wel eens naar huis zonder radio. Dan wil ik helemaal niets. Dat had ik vroeger nooit. Ook werken is anders. Het kost meer energie. De inspanning is groter. Waarom? Ik heb geen idee.

’s Avonds pakken Yvonne en het bezoek een wijntje.
‘Drink je geen alcohol?’
‘Nee, niet meer. Nou ja, niet veel meer.’
Op 31 maart veranderde mijn wereld meer dan ik wel eens besef. Stoppen met roken en nauwelijks nog alcohol drinken. Het zijn geen bewuste keuzes. Waarom dan toch? Ik heb geen idee.

Ik ben enorm veranderd.
Ik weet hoe maar vaak niet waarom.