Zondag 15 april 2012

Ik word wakker en denk aan Guusje. Ik hoor vaker dat mensen een film uit het verleden voorbij zien komen. Dat heb ik ook. De drie laatste dagen uit het leven van Guusje. Gesprekken met artsen. Bezoek van vriendinnen en familie. De toverstok van Harry Potter gebracht door Doe Een Wens. Haar broers en zussen aan haar bed. Praten met Guusje zonder het woord ‘dood’ in de mond te nemen. Wist ze werkelijk dat ze ging overlijden? Wat dacht zij? Ik zal het nooit weten. Toch houdt de vraag mij bezig. Al maanden. Ik weet dat het zinloos is om mezelf deze vraag te stellen, maar toch gaat deze niet uit mijn hoofd. Wat wist ze? Wat ging er om in haar hoofd?

Ik lig in bed. Het wordt een rustige dag. Ik zet op een rijtje wat ik vandaag wil gaan doen. Het wordt een lange lijst. Niks rustig dagje. Belangrijkste en leukste werk is het beoordelen van het binnen- en buitenwerk van de tweede druk van KanjerGuusje.

Terwijl ik mijn lijst afwerk, is ook Yvonne druk. Vandaag gaan er weer zes enveloppen de deur uit met folders. Fijn dat mensen mee willen werken om KanjerGuusje onder de aandacht te brengen.

Elke dag ontvang ik reacties. Vandaag bijvoorbeeld over mannen en rouw. Hierover heb ik de afgelopen dagen geschreven. Sommige mensen denken dat ik het goed vind dat mannen weinig praten. Veel mannen willen hun verdriet niet delen. Ze lossen problemen zelf op. Hebben geen hulp nodig. Dat beschouwen ze als een teken van zwakte. Hierdoor raken ze in een isolement. Ze ogen sterk voor de buitenwereld maar ervaren eenzaamheid. Laat ik duidelijk zijn: daar ben ik geen voorstander van. Voor mij geen isolement. Geen eenzaamheid. Ik mis Guusje en dat mag de hele wereld weten. Ik deel mijn verdriet. Geen stoere sterke vader. Een papa met liefde voor zijn kinderen en dat mag iedereen weten.

’s Avonds bereid ik een lezing voor. Morgenavond spreken voor de vrijwilligers van het Ronald McDonald Huis in Utrecht. Ik lees in mijn boek. De eerste dagen in het Emma Kinderziekenhuis. Beelden van vorig jaar komen voorbij. De gebeurtenissen overvielen ons. Stel dat er geen Ronald McDonald Huis was. Dan waren we 24 uur per dag opgesloten geweest in Guusjes kamer. Het Huis gaf ons ruimte. Dat wordt het thema van mijn lezing.