Zondag 23 september 2012

‘s Morgens een boswandeling met Yvonne en Loes. Daarna samen taart eten. Over van het verjaardagsfeest. We nemen de agenda door voor de komende dagen. We hebben een zelfgemaakte kalender. Elk kind heeft een eigen kolom. Binnenkort ga ik deze aanvullen met nieuwe bladen voor 2013. Wat doe ik met Guusjes kolom? Als ik voorstel om deze weg te halen, reageert Hans: ‘We vieren toch ook haar geboortedag. Dat kun je niet maken.’

We blijven vandaag thuis. Yvonne voelt zich niet lekker en gaat vroeg naar bed. Ik maak mijn mailbox leeg en verstuur kaartjes. Daarnaast heb ik tijd om te lezen. Afgelopen donderdagavond verzorgde ik een lezing in de bibliotheek in ’s-Hertogenbosch. Daar verscheen mijn oud-collega Ed. Ik wist niet dat we lotgenoten waren. Hij gaf mij het boek ‘Leven na de wending’. Een verzameling interviews met ouders van een overleden kind. Het eerste verhaal gaat over Ed. Viereneenhalf jaar na de dood van zijn zoon Ruben.

Ik lees graag boeken met lotgenotenverhalen. Ik constateer hoe ik zaken soms anders beleef en ik verrijk mijn rouwproces met inzichten van anderen. Een voorbeeld van het laatste is de wijze waarop Ed de buitenwereld tegemoet treedt. Ed vertelt in het interview dat hij merkte dat lotgenoten vaak teleurgesteld zijn in hun omgeving. Men vraagt te weinig hoe het gaat. Of juist te veel. Of op het verkeerde moment. Of men stelt de verkeerde vragen. De buitenwereld lijkt het vaak maar niet goed te kunnen doen bij rouwenden. Ed heeft een milde kijk aangenomen ten aanzien van de mensen in zijn omgeving. Hij heeft zich regelmatig afgevraagd hoe hij zou reageren als hij nog zou horen bij die ‘buitenwereld’. Zijn milde houding leidt tot positieve verrassingen. Niets verwachten levert hem regelmatig ‘cadeautjes’ op.

In een ander interview herken ik mijn ‘oude’ ik. Elvera is moeder van twee overleden kinderen. Als ik haar verhaal lees over een vitrinekast met spullen ter nagedachtenis aan haar kinderen, denk ik aan Guusjes tafel in onze woonkamer. Ik kan me goed voorstellen dat mensen denken: ‘Moet dat nou, zo’n tafel.’ Ik dacht er vroeger ook zo over. Elvera vertelt dat er mensen zijn, professionele zorgverleners zelfs, die zo reageren.

Elvera geeft ook aan dat ze weinig heeft met de term ‘rouwverwerking’. In onze hedendaagse cultuur duwen we het idee van blijvend lijden graag weg. Elk probleem kan worden opgelost. Dus ook een rouwproces zal wel een einde kennen. Niet dus. Misschien is dit een ongemakkelijk idee voor de omgeving, maar het is de realiteit van de wereld van ouders van een overleden kind: verdriet dat niet overgaat.

Leven na de wending’ is een prachtig boek. Ik haal steun uit de verhalen van lotgenoten. Afgelopen vrijdag kreeg Janneke haar IB-diploma. Ik was trots op onze oudste dochter. Een gevoel van geluk, maar anders dan vroeger. In het laatste interview spreekt Joyce, vrouw van Ed en moeder van Ruben. Zij heeft het over een grijs randje. Sinds haar zoon overleed, zit er aan elk gevoel van geluk die grijze rand. Vrijdagavond voelde ik ook zo’n grijze rand. Geluk is voor altijd anders.