De wekker niet gezet. We
slapen uit. Rustig opstaan. Een beetje aanrommelen. Tijdens de lunch hoor ik
dat alle kinderen een winterjas nodig hebben. Onze zonen protesteren. Ze hebben
geen trek om samen met hun zussen naar de stad te gaan. Winkel in. Winkel uit.
Ze moeten er niet aan denken.
Yvonne en ik stellen voor
om eerst met de jongens en later met de meisjes op pad te gaan. We rijden naar
Waalwijk. Onze twee zonen slagen snel in hun missie. Even later zijn we weer
thuis. Wissel op de achterbank van de auto. We rijden met drie dochters naar
’s-Hertogenbosch. Bij de eerste de beste kledingwinkel is er onenigheid. Onze
oudste dochters laten hun oog vallen op dezelfde jas. Een van beiden zal een
andere keuze moeten maken. Volgens Lisa denken sommige mensen nu al wel eens
dat ze een tweeling zijn.
Hier in ’s-Hertogenbosch
heb ik herinneringen aan Guusje. Koffiedrinken bij V&D en dan onverwacht
een telefoontje krijgen van dokter Marianne. De zoektocht naar een hoofddeksel.
We kochten de geruite hoed en de roze pet bij Claire’s. Terwijl ik buiten de
winkel wacht, voel ik een steen in mijn maag. Daar heb ik de laatste tijd
weinig last van, maar nu is hij er weer. Zwaar op de maag.
’s Avonds vieren we de
verjaardagen van Yvonne, Hans en Anton. We houden het klein. Geen groot feest.
Dat komt nog wel een keer.