Nog een maand en dan is ze
dood. Dat wist ik een jaar geleden niet. Ik kijk op mijn telefoon. Daarop staat
de digitale versie van het boek KanjerGuusje. Ik lees over deze dag, een jaar geleden. Ik maakte me zorgen. Zou ze het volhouden? Niet dus.
We gaan vandaag naar een
bijeenkomst van de Regenboogboom. Zij vieren hun twintig jarig bestaan. Via
deze organisatie ontving Guusje vorig jaar een zogenaamd droomdekentje. Na het
overlijden van hun zusje hebben Loes en Anton ook elk een eigen dekentje
gekregen.
Het is me al vaker
opgevallen. Zeker wanneer het gezellig is. Juist dan mis ik Guusje. Zal ik ooit
weer onbeperkt kunnen genieten? Grenzeloos. Zoals ik vroeger kon. Of zit er
voor altijd een genietbegrenzer op mijn hart?
Aan het einde van de
middag rijden we naar huis. We hebben twee vrolijke regenboog paraplu’s
gekocht. Loes vraagt bij het wegrijden van het parkeerterrein: ‘Hoe lang is
Guusje dood?’ Als ik antwoord elf maanden, concludeert ze dat het een lange
tijd is, maar toch ook weer niet. Oktober staat voor de deur. Verjaardag en
sterfdag. Hoogte- en dieptepunt. Zou Loes nog ongelimiteerd kunnen genieten? Of
wordt ze net als ik begrensd in haar gevoelens van geluk?
Loes en Anton willen graag
onderweg een hapje eten. Daarom leggen we aan bij een wegrestaurant. Als we
binnenkomen, valt mij het hoge seniorengehalte op. Gezinnen met kinderen zitten
waarschijnlijk bij de buren van de grote gele M. Ook in het restaurant serveert
men een kindermenu. Yvonne en ik kiezen voor saté. Even later zitten we met z’n
vieren aan een tafeltje. Weer beperkt gezellig, want zij is er niet bij.