Donderdag 22 november 2012

Ik zeg vaak gekscherend dat mijn werkgever het zogenaamde nieuwe werken al jaren geleden heeft uitgevonden. Ik werk onafhankelijk van tijd en plaats. Tegen half 9 zet ik Loes af bij school. Daarna vergader ik telefonisch vanuit de auto. Het enige dat niet lukt is aantekeningen maken tijdens het rijden.

Op kantoor zijn er rumoerige en rustige gebieden. Ik zoek een bureau waar ik in stilte kan werken. Ik heb het druk. Soms zeggen mensen dat het fijn is om te werken. Dat geeft immers afleiding. Ik reageer bijna nooit op zo’n opmerking. Toch is er voor mijn gevoel iets mis met het woord ‘afleiding’. Dat zou betekenen ‘niet aan haar denken’ en dat doe ik juist wel. Heel vaak zelfs. Ik ervaar het hebben van een baan wel als een voordeel. Het geeft structuur aan mijn dagelijks leven.

Ik ben pas tegen half 8 thuis. Als ik de keuken binnenkom, zit Janneke aan tafel. Samen maken we de pan leeg. Na het avondeten zet Yvonne koffie. Ik plof neer op de bank. Vanavond ga ik nietsdoen. Dat is mijn streven. Kijken hoe lang ik het ga volhouden. Na tien minuten pak ik de iPad en start Twitter op. Nietsdoen is niet mijn ding.