Ik zeg vaak gekscherend
dat mijn werkgever het zogenaamde nieuwe werken al jaren geleden heeft
uitgevonden. Ik werk onafhankelijk van tijd en plaats. Tegen half 9 zet ik Loes
af bij school. Daarna vergader ik telefonisch vanuit de auto. Het enige dat
niet lukt is aantekeningen maken tijdens het rijden.
Op kantoor zijn er rumoerige
en rustige gebieden. Ik zoek een bureau waar ik in stilte kan werken. Ik heb
het druk. Soms zeggen mensen dat het fijn is om te werken. Dat geeft immers
afleiding. Ik reageer bijna nooit op zo’n opmerking. Toch is er voor mijn
gevoel iets mis met het woord ‘afleiding’. Dat zou betekenen ‘niet aan haar
denken’ en dat doe ik juist wel. Heel vaak zelfs. Ik ervaar het hebben van een
baan wel als een voordeel. Het geeft structuur aan mijn dagelijks leven.
Ik ben pas tegen half 8
thuis. Als ik de keuken binnenkom, zit Janneke aan tafel. Samen maken we de pan
leeg. Na het avondeten zet Yvonne koffie. Ik plof neer op de bank. Vanavond ga
ik nietsdoen. Dat is mijn streven. Kijken hoe lang ik het ga volhouden. Na tien
minuten pak ik de iPad en start Twitter op. Nietsdoen is niet mijn ding.