Woensdag 20 april 2011

Het is warm in Nederland. Meer dan 20 graden. Drie weken geleden droeg ik een trui. Nu is een polo voldoende. Met Guusje gaat het steeds beter met het opbouwen van haar conditie. Achteraf lijkt het bezoek van haar vriendinnen Nikki en Ina een kantelpunt. Guusje lag bijna de hele dag in bed. Afgelopen vrijdag ging ze plotseling vanuit haar rolstoel staan tijdens een potje tafelvoetbal. Nu, vijf dagen later, gaat Guusje alleen nog in bed liggen, als ze moe is. Er staat een heerlijke tuinstoel voor haar klaar om in te zitten. Het zou nog mooier zijn, als die stoel buiten stond. Heerlijk in het zonnetje. Helaas. Je kunt niet alles hebben. Tel je zegeningen.

In de ochtend gaat Guusje naar school. Daarna wil ze naar de speelzaal. Voor het eerst lunchen we aan tafel. Plotseling staat ze op en loopt zelf met haar infuuspaal naar het toilet. Voor de eerste keer zelfstandig. Zonder begeleiding.
’s Middags komen onze vrienden Jörn en Esther op bezoek. Ook hun dochter Daphne is meegekomen. Fijn voor Guusje. Samen spelen ze ballontennis bij de fysiotherapie. Daarna treden ze samen op in een programma van Emma TV. Yvonne en ik aanschouwen het tevreden.
’s Avonds trekt Guusje haar gympies aan. Voor het eerst geen rolstoel. We gaan naar beneden. Daar eten we een ijsje. Ze loopt heen en terug.
Weer een stapje verder.

Twee weken geleden werd Guusje geopereerd. Dat was een hele turbulente dag. In de ochtend wisten we toen nog niet dat onze dochter die dag zou worden geopereerd. Yvonne en ik waren blij dat een jonge arts aanbood om bij onze dochter te blijven in de operatiekamer. Ik noemde haar toen ‘onze engel’. Vandaag staat ze weer aan Guusje’s bed. Om afscheid te nemen. Ze wil Guusje nog één keer zien voordat ze vertrekt naar een ander ziekenhuis. Ze heeft voor Guusje een cadeautje meegenomen. Een betrokken arts met een hart van goud.

Gisteravond las ik het boek Raveleijn uit. Geschreven door Paul van Loon. Drie broers en twee zussen komen via een geheimzinnige poort in de Middeleeuwen. Later in het verhaal keren ze terug in onze tijd. Een van de hoofdpersonen heeft het over een parallelle werkelijkheid.
Rationeel gezien weet ik dat wat hier gebeurt de realiteit is. Gevoelsmatig ligt het anders. Het AMC lijkt een parallelle werkelijkheid. Alsof ik over de snelweg richting Amsterdam door een poort ben gereden naar een andere wereld. Een vreemde wereld met mensen en verhalen die ik voorheen niet kende. Graag wil ik terug naar die andere wereld. Naar onze andere kinderen, onze hond, onze familie, onze straat en al die mensen die ons het beste wensen. Dat is onze echte wereld. Daar horen wij thuis. Waar is de poort terug?