Donderdag 25 augustus 2011

Vanaf deze week moet Guusje bloed laten prikken op donderdag om zich te kwalificeren voor de chemo op maandag. We zijn voor 8 uur in het ziekenhuis in Waalwijk.

Ik rijd het parkeerterrein af. Guusje zit met een verkrampt gezicht. Haar ogen dicht.

“Gaat het? Heb je pijn?”
“Een beetje.”
“Wil je naar school?”
Guusje knikt.
“Als het niet gaat, dan kun je beter thuisblijven.”
Guusje zwijgt.


Als we bijna thuis zijn, stel ik de vragen opnieuw. Guusje geeft aan dat ze naar school wil. Daarnaast geeft ze aan in de klas te willen zitten in haar rolstoel. Als dat maar goed gaat?

Het is bijna half 9. Ik besluit door te rijden naar school. Sinds kort hebben wij een parkeerkaart voor invaliden. Dat kan handig zijn. Helaas zijn alle parkeerplaatsen voor school bezet. Ook de plaatsen speciaal voor invaliden. Daarop staan auto’s zonder parkeerkaart. Wat een teleurstellend asociaal gedrag. Misschien willen deze mensen ook een handicap. Dan kunnen ze gebruik maken van de speciale parkeerplaatsen en zijn ze nu alvast aan het oefenen.

Ik ga weg op school met een ander gevoel dan gisteren. Ik verwacht dat ik Guusje in de loop van de ochtend moet ophalen. Nu heb ik het vaker mis. Vandaag ook. Om kwart voor 12 haal ik een vrolijke Guusje op. Ze heeft goede zin.

Ook ’s middags gaat het goed met Guusje. Thuis speelt ze met haar grote broer Hans een computerspel. Om half 4 stap ik met ons kleine blonde meisje in de auto. Ze heeft afgesproken met Veerle en Diede, twee vriendinnen uit haar klas. Ik spreek geen tijd af om haar op te halen. Ik zie wel hoe het gaat.

Nog geen uur later word ik gebeld. Het gaat niet goed. Guusje heeft enorm veel pijn. Ik heb haar extra pijnmedicatie gegeven voordat ze naar haar vriendinnen ging, maar het mag niet baten. De pijn is heftig en wil niet verdwijnen. Thuis duurt het een tijd voordat het weer goed met haar gaat. De avond verloopt rustig.

Terugkijkend op vandaag zie ik hetzelfde wisselende onvoorspelbare beeld dat ik de laatste tijd vaker zie. Een moeilijk moment aan het begin van de ochtend. Een forse dip aan het eind van de middag. Verder een redelijk stabiel beeld.
Pijn is moeilijk te doorgronden. Ook voor mij die zo dicht bij Guusje staat. Toch heb ik het idee dat ze beter met haar pijn om kan gaan dan enkele weken terug. Nu ik het opschrijf, realiseer ik me dat dit misschien vreemd klinkt. Toch laat ik mijn zinnen staan. Het is wat ik zie. Misschien heb ik het mis. Rare pijn.