Donderdag 15 september 2011

De wekker roept me. Ik ben moe. Ik wil niet uit bed. Heel erg moe. Onderweg naar school sta ik in de file. Dit wordt een moeilijke dag. Ik voel het.

Tijdens de lunch een gesprek met collega’s. Ik geef aan dat ik moe ben. Dat ik slecht geslapen heb. Lesgeven is lastig met dertig leerlingen. Zeker na de middagpauze. Voor de klas moet je honderdvijftig procent fit zijn.

Vandaag geef ik les tot en met het achtste lesuur. Daarna nog een gesprek over een profielwerkstuk. Als ik in de auto stap, voel ik hoofdpijn. Op de snelweg is de gemiddelde snelheid zeventig. Het is irritant druk. Remmen en gas geven. Remmen en gas geven. Remmen en gas geven. Rijden in de polonaise.

Na het avondeten naar de supermarkt. Anton is zaterdag jarig. Morgen trakteert hij op school. Thuis wil ik naar boven gaan. Lessen voorbereiden voor morgen. Yvonne houdt me tegen. Ze adviseert me om even op de bank te gaan liggen. Ik val in slaap. Wat ben ik moe.

Guusje ligt op de andere bank. Ze is kort op school geweest. Lindy heeft haar om kwart over 9 opgehaald. Guusje heeft vandaag veel geslapen. Hoogstwaarschijnlijk een bijwerking van de extra medicijnen tegen pijn. Die pijn zien Yvonne en ik nog niet minder worden. We weten inmiddels dat we geduld moeten hebben. Toch lastig. We willen immers resultaat. Stel je voor dat Guusje vrij zou zijn van pijn. Ze heeft al een half jaar pijn. Ongelofelijk en onvoorstelbaar.

Rond 8 uur maakt Yvonne me wakker. Koffie. Daar knap ik van op. Ik vul mijn avond met lessen voorbereiden, mailtjes beantwoorden en rekeningen betalen.

Guusje heeft moeite met in slaap komen. Ze wordt vaak wakker. De ene keer pijn. De andere keer een boze droom. Ze verheugt zich op morgen. Dan gaat ze een dagje weg. Samen met mama. Op het programma staan interview en foto’s voor het kerstnummer van Libelle. Ze vindt het leuk en spannend. Ik hoop dat ze morgen geniet.