Zaterdag 10 september 2011

Ik had me voorgenomen om vroeg op te staan. Om 7 uur roept Guusje. Ze heeft pijn. Ik geef haar medicijnen. Daarna nog even liggen. Dat had ik beter niet kunnen doen. Om 10 uur pas uit bed. Heerlijk geslapen. Dat wel. Jammer van de plannen om vandaag veel lessen voor te bereiden. Dan maar een tandje minder.

Als ik me scheer, komt Guusje de badkamer binnen. Ze loopt krom. Houdt haar buik vast. Zo zie ik haar ’s morgens vaak. Geen vrolijk rondspringend meisje. Ik vraag me af wat haar kwaliteit van leven is. Zoveel pijn. Zo vaak. Waarom houdt het niet op?

De haren op haar hoofd zijn heel dun. Haar hoofdhuid is duidelijk zichtbaar. Zal ze ook een pruik gaan dragen? Gaan we door met chemo? Veel vragen. Geen antwoorden.

Er zijn woorden die steeds maar terugkomen de afgelopen maanden: pijn, zeldzaam en onzeker.
Alle dagen pijn.
Een zeldzame tumor.
Een onzeker verloop.

Yvonne en ik proberen er het beste van te maken. Dat is geen eenvoudige opgave met zo’n zieke dochter. Guusje vraagt veel zorg en aandacht. We hebben het druk. Het huis aan kant krijgen. Lessen voorbereiden. Ondertussen ligt Guusje op de bank. Ze heeft het niet makkelijk. Helaas weer veel pijn. Natuurlijk is ook zij gespannen. Ze weet drommels goed wat er aan de hand is. Diverse keren laat ze Yvonne en mij vertellen wanneer we afspraken hebben.

Om de spanning te breken besluiten we om vanavond buiten de deur te gaan eten. Dat deden we nooit, maar het zijn andere tijden. Enkele weken geleden lazen we op twitter over een leuk pannenkoekenhuis. Even contact met een van onze twittervrienden en we weten naam en adres. We moeten wel reserveren. Als we om 6 uur arriveren bij het Pannekoeckershuys in Den Hout, zien we dat reserveren noodzakelijk is. Het is druk. Een mooie locatie. We kunnen heerlijk buiten zitten. Een mooie zomeravond. Het wordt nog mooier, als Guusje onverwacht de glijbaan beklimt. Daar gaat ze. Heerlijk. Kind zijn.