Dinsdag 1 november 2011

Geen taxi in de ochtend. Geen Doe Een Wens. Beneden in de woonkamer Guusje. Heel rustig. Weer een dag met tranen. Op de meest vreemde momenten schiet ik vol.

Deze ochtend is de uitvaart van de moeder van Guusje’s klasgenoot. Een hele fijne vrouw. Graag wil ik naar de dienst, maar dat gaat niet. Ik zou in de weg lopen. Aandacht trekken als papa van het overleden meisje.

De hele dag druk met het afscheid zaterdag. De rouwkaart is klaar. Iedereen weet nu dat bezoek aan huis niet gewenst is. Zaterdag nemen we afscheid.

Via twitter ontvang ik de vraag wie er welkom is bij de crematieplechtigheid. Een goede vraag. Een aantal mensen heeft een persoonlijke uitnodiging ontvangen. Mensen die we graag dicht bij ons hebben. Verder is iedereen vrij om te komen. Zitplaats niet gegarandeerd. Draag geen zwarte kleding. Guusje hield van kleur.

Ik zit alleen met Guusje in de kamer. Ik praat tegen ons meisje en mis haar stem. Lieve Guusje. Wij hebben iets samen. Ze noemen jou een papa’s kindje. Zaterdag ga ik heel mooi voor jou spreken. Dat beloof ik je. Ik denk dat we dan veel gaan huilen. Misschien ook een beetje lachen. Lachen door onze tranen heen.

Vandaag zet ik de radio aan. Ik hoor het woord ‘eurocrisis’. Er bestaat nog een andere wereld. Buiten deze huiskamer.
Op internet is het druk. KanjerGuusje is een hit. Het gaat aan me voorbij.
Ik kijk naar de tafel. Daar staat een mand. Vol met kaarten. Yvonne heeft elke kaart gezien. Ik geen enkele. Dat komt later.
Ik wil alleen maar naar onze dochter kijken. Ons kleine blonde meisje met de toverstok.