Zondag 11 december 2011

Een tijdje geleden vertelde iemand dat zij haar dochter de opdracht had meegegeven Lisa toch zeker te condoleren. Toen het meisje thuis kwam, vroeg haar moeder: ‘Heb je Lisa gecondoleerd?’ Het meisje antwoordde: ‘Het is al meer dan twee weken geleden. Dan ga je dat toch niet meer doen.’

Deze moeder en ik hebben hartelijk gelachen om dit voorval. Alsof het gaat om een jarige. Die feliciteer je ook geen twee weken na zijn verjaardag. Toch valt het me op dat er nog altijd volwassen mensen naar me kijken die zichzelf afvragen: ‘Zal ik wel of niet condoleren?’ Ik vind het jammer dat mensen dit doen. Waarom maken mensen het zichzelf zo moeilijk? Gisteren liep ik door een winkel en een dame zei even ‘sterkte’ tegen me. Dat is gewoon fijn. Mensen laten weten aan ons dat ze meeleven. Het kost niks en het doet zoveel goed. Beter zeggen dat je niet weet wat je moet zeggen dan helemaal niets zeggen. Of anders geformuleerd: spreken is zilver en zwijgen is fout.

Lekker lang uitslapen. Het is na tienen als we ons bed uitkomen. Ontbijten met broodjes uit de oven. Slechts zes bordjes aan tafel. Lisa is logeren en Guusje is er niet meer. Dat laatste begin ik steeds meer te beseffen. Net na haar dood had ik vaak het gevoel dat Guusje ergens anders was. Dat gevoel verandert. Ik voel steeds vaker dat ze nooit meer terugkomt. Een rare pijn. Verstikkend op de borst. Nooit eerder gevoeld. De pijn van het missen.

Na het ontbijt ga ik samen met Yvonne een boswandeling maken. We praten uitgebreid over veranderende gevoelens en de week die komen gaat. Het boek over Guusje gaan we voor het eest in ons handen houden. Daarna volgen twee boekpresentaties en twee signeersessies. Misschien komt er nog meer bij. Ik zal het zien en meemaken. De coördinatie van de publiciteit is in handen van Uitgeverij Dodo.

Zes weken geleden overleed Guusje. Onverwacht. Nu is er bijna een boek. Ook onverwacht. We zouden het snel op de markt brengen en alleen gaan verkopen via internet. Nu ziet het er naar uit dat het volgende week zaterdag misschien in alle winkels van Bruna te koop zal zijn. Misschien gaan heel veel mensen het kopen. Ik kan het nog steeds niet geloven. Nou ja, eerst zien en dan maar geloven. Dat is toch altijd mijn insteek geweest.

De hele middag ben ik druk met e-mail en Twitter. Aan het einde van de middag rijden we naar Eindhoven voor een bijeenkomst van Wereldlichtjesdag. We komen aan op een hele donkere parkeerplaats. We volgen de lichtjes naar een aula. Het doet me denken aan een spooktocht van scouting.

We worden ontvangen door de organisatoren Floortje Agema en Josephine de Bont. Twee hartelijke dames. We ontmoeten een aantal lotgenoten waarmee we in gesprek raken. Een bijzonder prettig gesprek. Er zijn overeenkomsten en verschillen, maar er is vooral verbondenheid. Je deelt het gevoel van missen van je grootste goed. Bestaat er iets ergers dan het verliezen van je eigen kind? Ik voel van niet.

Ik praat graag. Vind spreken over Guusje fijn. Mijn gesprek met Arnoud van Velzen wordt onderbroken door Floortje. Iedereen zit al klaar om te beginnen. Snel schuiven we aan. Het is een mooie bijeenkomst. Ed Nouwen zingt ‘De Steen’. Het bekende lied van Bram Vermeulen. Het liedje komt bij me binnen, want ik moet steeds denken aan Guusje. Veel mensen spreken met enorme bewondering over Guusje tegen mij. Dat doet me zo ontzettend goed. Het vervult me met trots. Ons kleine blonde meisje heeft ook een steen verlegd in een rivier op aarde. Zo voelt het.

Alle ouders mogen één-voor-één na het noemen van de naam van hun kind naar het midden komen om een lichtje aan te steken. Gelukkig zijn wij niet als eerste aan de beurt. Als ik samen met Yvonne naar het midden loop, weet ik mezelf geen houding te geven. Zo raar. Ik reageer een beetje afstandelijk op het hele gebeuren. Als ik weer ga zitten, kijk ik naar mijn kinderen. Ze hebben verdriet. Het is duidelijk. Guusje komt nooit meer terug.

Na het ontsteken van de lichtjes voor de overleden kinderen zingt Ed ‘Somewhere over the rainbow’. Zonder muziek. Vind ik mooi en puur. Toch weet ik nu weer waarom bij Guusje’s crematieplechtigheid alles in het Nederlands werd gezongen. De woorden van onze eigen taal raken. Daarom op de terugweg de CD op met liedjes van de crematie. Het is stil in de auto en Guus zingt: ‘Ik draag je bij me tot het licht straks dooft.’ Mooier kan het niet op Wereldlichtjesdag.