Zaterdag 25 februari 2012

Zaterdagochtend betekent scouting voor onze jongens. Janneke is werken. Lisa kan haar bed niet uit. Loes speelt spelletjes op de iPad. Yvonne en ik ontbijten samen. We gaan voor een rustige dag. Na het ontbijt maak ik een boswandeling met onze hond. De zon schijnt door de bomen. Onderweg denk ik veel aan Guusje. Ze beheerst mijn gedachten. Van opstaan tot slapengaan. Ze heeft zich permanent genesteld in een deel van mijn hoofd.

’s Middags ga ik naar boven. Er staat komende week een aantal activiteiten op het programma die zijn voortgekomen uit blog en boek. Dinsdag gastcollege voor verpleegkundigen in opleiding. Donderdag voorlezen en signeren bij Selexyz Gianotten in Tilburg. Ter voorbereiding lees ik het boek over Guusje. Afgelopen week had ik gelezen tot Guusjes verjaardag. Vandaag de rest.

Ik lees het boek. Ik ben in mijn eigen verhaal. Het is fijn om weer bij Guusje te zijn. Tussendoor ga ik naar beneden. Even koffiedrinken. Anton ligt op de bank met de iPad. Loes danst op liedjes van K3. Waar is Guusje? Helaas een herinnering. Weer boven lees ik verder. Ik krijg steeds meer angst dat ze gaat sterven. Ik beleef de laatste dagen. De emoties komen boven. Ook de berusting. De dood als bevrijding. Het was fijn om weer bij Guusje te zijn, maar de pijn was te heftig. De kanker te destructief. Zonder pijn is beter. Hoe dubbel kan het zijn.

Bij het avondeten ben ik druk. Voor het eerst na Guusjes overlijden zet ik de CD ‘Armen Open’ van Guus Meeuwis op. Lekker hard. Ik plaag onze kinderen. Hans zucht: ‘My father isn’t suffering from insanity. He enjoys it.’
Ik geniet van ons gezin. Ook zonder Guusje. Ik mis haar. Dat hoort erbij. Guusje is onderdeel van mijn leven. Na het eten kroop ze altijd bij mij op schoot. Nu ze daar niet meer kan zitten, speelt ze continu met mijn hart en met mijn hoofd. Mijn emoties en mijn gedachten.

’s Avonds gaan Yvonne en ik koffiedrinken bij de ouders van Nikki, vriendin van Guusje. Ze hebben ons gesteund tijdens Guusjes ziekte. Ze wisten als geen ander hoe je goede hulp kunt bieden. Zij stelden bijvoorbeeld voor om met kinderen op bezoek te komen in het ziekenhuis. De afstand Kaatsheuvel – Amsterdam is honderd kilometer.
Ik vroeg niet om hulp. Vader Victor bood het aan: Wanneer kan ik op bezoek komen? Welke kinderen zal ik meenemen? Wie wil Guusje graag zien? Geen hulp van ‘je belt me maar als je iets nodig hebt’. Concrete hulp.
Het is een prettige avond met goede gesprekken. Voor herhaling vatbaar.