Tijdens het
ontbijt zegt Yvonne dat Loes vanmiddag wordt ingeënt. Onze jongste dochter
kijkt sip. We praten over Guusje. Zij kreeg vaak een prik. Haar KanjerKetting
laat het zien. Elke rode kraal een prik. Toch blijft het eng voor Loes. Elk
prikje doet zeer.
Na enkele minuten
wachten mag ik naar de balie komen. Een vriendelijke dame staat me te woord. Ze
zoekt Anton op in de computer. Ze staart naar het scherm. Ik hang naar voren.
Waarom? Nieuwsgierig. Staat Guusje nog wel bij ons gezin in het systeem? Een
tijdje is het stil.
‘U bent toch de
vader van …?’
‘Dat klopt. Ik ben
de vader van Guusje.’
Ik ben trots.
Zeggen dat ik de papa ben van Guusje. Dat voelt goed. Fijn als mensen er gewoon
over beginnen.
Ik lunch alleen.
Daarna de auto in. Onderweg naar Utrecht denk ik aan de ouders van Kevin.
Gisteren was zijn crematie. Ik herinner mij de eerste dag zonder Guusje. De
leegte was zo aanwezig. Tot op de dag van vandaag. Ik mis Guusje. Elke minuut
van de dag.
Op kantoor heb ik
afspraken. Onder andere met Jannie. Een interview voor het personeelsblad. We
praten over openheid en medeleven. Waarom ik terugkeerde bij Oracle? Omdat
ex-collega’s me steunden. Vanaf het moment dat Guusje ziek werd. Persoonlijke
woorden. Een hart onder de riem. Deze steun speelde een belangrijke rol bij
mijn beslissing om weer bij Oracle te gaan werken.
Oracle is een
modern bedrijf. Het ‘nieuwe werken’ doen ze al jaren. Alleen als het gaat over
verlies van kinderen, dan zijn de meeste werknemers van Oracle helaas niet
modern. Ik ontmoet veel collega’s waarmee ik vroeger heb samengewerkt. Over
Guusje wordt bijna nooit gesproken. Zouden ze niet weten dat ik een overleden
dochter heb? Zeven maanden kanker en daarna dood. Of durven ze het niet te
benoemen? Zouden ze denken dat ik niet aan Guusje denk, als zij er niet over spreken?
Ik denk de hele dag aan Guusje. Ook als we niet over haar spreken. Het gaat er
niet om dat we uitgebreid ingaan op haar overlijden. Een gebaar. Een teken. Het
verschil tussen zwijgen en het ene woord ‘sterkte’ is voor mij het verschil
tussen het donker van de nacht en de warmte van de zon. We weten niet met de
dood om te gaan, omdat we er nooit over spreken. Dood is taboe.
Met Jannie spreek
ik over vooroordelen, werken en verlies.
Ik werk. Kijk eens
hoe goed ik de dood van Guusje verwerk.
Vul het plaatje
maar voor me in.
De dood van Guusje
geeft pijn.
De vader die
werkt.
De vader die
maanden niet werkt.
Ze hebben beiden
evenveel pijn.
Er zijn twee
moeders die elk een zoon verliezen. Doodgereden. Weggerukt uit het leven.
De ene moeder
sterft anderhalf jaar na haar zoon. Van verdriet.
De andere moeder
zegt dat haar zoon gelukkig was. Tot zijn dood. Haar zoon wist niet dat hij zou
sterven. Zijn kamer thuis bleef hetzelfde na zijn dood. Sterker nog. Zelfs na
een verhuizing. De kamer werd opnieuw ingericht. Nu is de moeder oud. Ze woont
in een klein appartement. De jas van haar zoon hangt nog altijd aan de kapstok.
Zijn schoenen eronder.
Twee moeders. Twee
verloren zonen. Ze hebben beiden evenveel pijn. Ze leven anders verder. Na het
verlies van hun zoon. Dat is het verschil.
Om half 7 ben ik
thuis. De tafel is bijna leeg. Er staat nog één bord. Yvonne warmt het eten op.
We hebben veel te bespreken. Anton staat te draaien. Hij wil naar de middelbare
school.
Anton wil naar het
Moller in Kaatsheuvel. Dit is een VMBO. De directeur hebben we eerder
gesproken. Yvonne en ik vinden het belangrijk dat Anton goed wordt opgevangen. Dat
zijn klasgenoten straks weten wat hij heeft meegemaakt. We voeren een gesprek
met zorgcoördinator Ingrid. Anton laat zijn kettinkje zien. Een hartje met de
as van Guusje. Ingrid toont een hangertje om haar hals. Daarin de as van haar
twee overleden zonen. Na een uur nemen we afscheid.
Gisteravond zei
een oudere man na afloop van mijn lezing dat hij te weinig pijn zag bij mij.
Waarom willen anderen het plaatje voor mij invullen? De pijn van de rouw is niet
altijd zichtbaar. Die zit diep van binnen. Die draag ik bij me.
Ieder mens is
anders. Sommige mensen kijken nauwelijks foto’s van hun overleden kind. Ik vind
het juist fijn. Foto’s kijken van Guusje. Bij sommige foto’s mis ik haar heel
erg. Dan word ik emotioneel. Waarom bij die ene foto? Geen idee. Het komt
gewoon door haar.
Jouw oogverblindend zijn
Jouw hart zit heel dicht bij mij
Jouw hart zit heel diep in mij