Ik
heb een nieuwe bril nodig. Drie jaar geleden kocht ik een zogenaamde varifocus.
Een dure. Zeker goed. Niet dus. Ik heb de bril maanden opgehouden. Ben toen
overgestapt op twee brillen: eentje voor lezen en eentje voor ver. Steeds
wissel ik de brillen. Niet handig. Maar beter dan varifocus. Daar word ik gek
van.
‘Zijn
er de afgelopen tijd zaken gebeurd die van invloed kunnen zijn op uw zicht?’,
vraagt de opticien.
Ik
zwijg. Weet niet goed wat te zeggen. Mijn zicht op de wereld is afgelopen jaar
veranderd, maar dat zal de opticien wel niet bedoelen. Het blijft stil.
‘We
hebben een stressjaar achter de rug’, zegt Yvonne.
Weer
is het stil. Dan zeg ik dat Guusje is overleden aan kanker. Meestal proberen
mensen zo snel mogelijk over te schakelen naar een ander onderwerp. De opticien
niet. Hij is oprecht geïnteresseerd.
Ik
wil enkel een leesbril kopen. De ogentest wijst uit dat mijn zicht is afgenomen.
Niet zo’n klein beetje. Het wordt een nieuwe bril voor ver. Tegelijk te
gebruiken als leesbril. Geen varifocus. Die komt niet meer op mijn neus.
De
opticien luistert en praat graag. Bijvoorbeeld over geluk hebben. Hij was in
New York op 11 september 2001. Hij zou al vroeg op de Twin Towers hebben
gestaan, maar lag nog in bed. Met dank aan Michael Jackson die de avond ervoor
wel erg lang was doorgegaan. Geluk is toeval.
Als
we weer buiten staan, besluiten we dat het tijd is voor een broodje. Op naar
Guusjes favoriete lunchroom. We stappen binnen. Guus Meeuwis zingt ‘De weg’. Het
lijkt wel of er verder geen geluid is. Alleen dit lied. De dame van de
lunchroom wil zich verontschuldigen. Ze weet waar dit lied bij hoort. Ze kent
Guusje goed. Sterker nog. De fooienpot in deze lunchroom is bestemd voor
Stichting KanjerGuusje. Yvonne zegt dat het niet uitmaakt. Het is toeval.
Kon
ik maar even bij je zijn. Dat zong Gordon toen we na Guusjes overlijden de
eerste keer weer in de lunchroom kwamen. Je zou bijna denken dat het geen
toeval is. Het is maar net hoe je de dingen ziet. De opticien vertelde vandaag
over 11 september 2001. Hij was in New York. De derde wereldoorlog leek begonnen.
Dat leek die dag de waarheid. Hoe wil je de dingen zien. Veel ouders van een
overleden kind zien in alles wat er gebeurt de hand van dat kind. Ik zie dat
niet. Voor mij blijft het toeval. Ik hoop dat Guusje nog veel dingen toevallig
laat gebeuren.