Meestal maken we
na het ontbijt op zondag een boswandeling. Vandaag niet. Tijdens ons weekendje
Landal begon ik te lezen in ‘Ze zeggen dat het overgaat’. Daarna geen letter
meer gelezen. Geen tijd. Altijd druk. Vandaag het boek uit. Dat is mijn
streven.
‘Ik denk het
niet.’
‘Maar ik wil televisie
kijken.’
‘En ik wil lezen.
Zonder die irritante stemmetjes.’
‘Mag ik dan op de
Wii?’
‘Zonder geluid.’
Ik lees verder.
Loes zit op een bankje.
‘Komt er nu geluid
uit die afstandsbediening?’
‘Dat heet een
controller, pap.’
‘Een sprekende
afstandsbediening?’
‘Dat geluid kan ik
niet afzetten.’
Ik geef het op,
maar ik blijf wel beneden zitten. Ik ga niet op mijn vrije zondag aan mijn
bureau zitten. Het is geen werk. Ik stoor mij aan het geluid van het spelletje.
Een computerstemmetje dat steeds zegt dat Loes het geweldig doet. Op mijn werk
zit ik in een zogenaamde kantoortuin. Ik kan me goed afsluiten voor collega’s.
Voor mijn kinderen vind ik lastig.
Het boek vind ik
interessant. Rouwperiode is volgens de schrijvers geen handige term. Suggereert
dat er een einde is aan rouw. Alsof ik terug zou kunnen keren in mijn leven
zoals het was, voordat Guusje overleed.
Een jaar geleden
betrad ik de wereld van kinderen met kanker. Zeven maanden later de wereld van
overleden kinderen. Het zijn werelden die je nooit meer verlaat. Guusjes kanker
en haar dood zijn onderdeel van mijn leven. Steeds zullen ze om aandacht
vragen. Een continu proces met een open einde.
Rouw is geen
tijdelijke periode waarna je weer teruggaat tot de orde van de dag. Leven zonder
Guusje is een uitdaging: de balans vinden tussen missen en doorgaan. Integreren
van die twee in mijn eigen persoon.
’s Middags naar
Berry en Mieke. Ze zijn met kerst verhuisd. Voor de eerste keer gaan we op
bezoek in hun nieuwe huis. Mieke is jarig. Het is druk. We praten over Guusje.
Over vorig jaar. Ook de andere kinderen komen voorbij. Kijken naar vandaag en
naar hun toekomst. Missen en doorgaan komen samen in de gesprekken. Voor mij
voelt het goed. De juiste balans.
Na het avondeten
maak ik een boswandeling. Alleen. Veel in gedachten bij vorig jaar. Mijn
dwaaltocht door het AMC. Yvonne en ik hebben het er vaak over gehad. Ik was de
weg kwijt. Niet alleen figuurlijk. Ook letterlijk. Later die avond een gesprek
met artsen. De eerste bevindingen. Ons leven was niet meer van ons. Hoe voelde
ons leven dan?
Ineens woedt er
orkaankracht
op de open zee
we dansen als een
speelbal op de golven mee
en ik zou je
willen redden
maar de zee heeft
overmacht
(uit: Guus Meeuwis – Haven in zicht)