Donderdag 10 mei 2012

Het regent hard. Toch valt het mee met de drukte richting Utrecht. De nieuwe leaseauto van mijn werkgever Oracle rijdt geweldig. Ik ben geen autofreak, maar van deze nieuwe BMW word ik enthousiast. Het is een automaat. Dat rijdt relaxed. Ik moet wel wennen aan het zogenaamde start-stopsysteem. De auto lijkt steeds uit te vallen bij stilstand, maar dat is schijn.

Een collega geeft me het boek ‘Beter’ van Maarten van der Weijden. Vier jaar geleden werd Maarten olympisch kampioen 10 kilometer openwaterzwemmen. Een buitengewone prestatie. Bij hem werd elf jaar geleden leukemie geconstateerd. Ik heb interviews met Maarten op de radio gehoord. Ik ben onder de indruk van de wijze waarop hij over zijn ziekte spreekt. Hij verzet zich tegen positief denken en tegen het idee van vechten tegen kanker. Ik ben het met Maarten eens. Guusje heeft zijn gelijk aangetoond. Een dag voor haar overlijden vraagt ze aan Yvonne of we toch nog over een tijdje naar het Harry Potter Pretpark in Florida zouden gaan. Ze blijft positief denken. Ze blijft ook vechten. Haar laatste woorden: ‘Maar dan ga ik dood. Dat wil ik niet. Ik wil blijven leven!’
Beter worden of sterven. Het is geen kwestie van positief denken en vechten. Het is een kwestie van geluk.

Ik hoop dat ik de tijd kan vinden om het boek van Maarten te lezen. Na de lunch heb ik een zogenaamde één-op-één met mijn manager. Hij vraagt of ik moe ben. Ik bevestig zijn vermoeden. Daarom neem ik morgen een dag vrij. Hij wil weten hoe ik het werken bij Oracle ervaar. Een deel van mijn baan bestaat uit het voeren van gesprekken en het geven van presentaties. Dat zijn mijn favoriete werkzaamheden. Tussendoor denk ik dan vaak aan Guusje. Toch hindert dat niet. Ik ervaar het niet als belemmerend. Concentreren bij het volgen van trainingen ervaar ik als lastig, maar ik twijfel of dit met Guusjes overlijden te maken heeft. Ik ben altijd snel afgeleid geweest bij het volgen van cursussen. Ik denk dat werken me goed doet. Toch ben ik moe. Tijd om morgen even gas terug te nemen.

Onderweg naar huis bel ik naar Yvonne. Ik meld dat ik op tijd bij het avondeten ben. Ze klinkt vrolijk. Er zijn nieuwe ballonnen bezorgd voor Guusjes stoel. Een spontaan geschenk van een meelevende familie. De doos waarin de ballonnen zaten was erg groot. Loes kon er zelfs in. Ze hadden Anton gefopt bij thuiskomst. Hij dacht een groot cadeau open te mogen maken en schrok enorm toen Loes erin bleek te zitten.


Ook tijdens het avondeten is de sfeer goed. Veel vrolijke praat. Ik ben blij dat we een groot gezin hebben. Onze kinderen kleuren onze dag. Ze zorgen voor structuur in ons leven. Er zijn ook vaak verrassingen. Lisa geeft aan te denken over een tatoeage. Ik kijk naar de blik van Yvonne, maar zie geen afkeuring. Lisa is serieus. Ze wil graag de naam van Guusje laten tatoeëren. Een teken van liefde. Wel definitief. Toch maar even bedenktijd inlassen.

Yvonne brengt Lisa naar scouting. Met de auto. Het regent hard. Voor mij een gelegenheid te informeren of onze kinderen een cadeau hebben geregeld voor Moederdag. Janneke zit op bed te leren. Ze geeft aan dat ik me nergens zorgen over moet maken. Lisa en zij hebben iets moois geregeld.
‘Wat dan?’
‘Dat zeg ik niet.’
‘Toch wel tegen mij. Ik ben je vader.’
‘Nee, ik zeg niks. Maak je maar geen zorgen.’
‘En de jongens?’
‘Die moeten zelf iets regelen. Die willen altijd lekker meeliften.’
Ik sluit de deur van de ‘grote meiden kamer’.
‘Hans en Anton!’
‘Anton is er niet.’
‘Alleen jij, Hans?’
‘Anton is naar judo.’
‘Hebben jullie gedacht aan Moederdag?’
‘Ja, daar hebben we aan gedacht.’
‘Dat is mooi, maar heb je ook iets gekocht.’
‘Natuurlijk hebben we een cadeau.’
‘Ja, maar …’
‘Maak je nou maar geen zorgen, pa.’
Dat zal ik dan maar niet doen.

Er wordt aangebeld. Een groep van vijf mensen staat voor de deur. Deelnemers van Bijzondere Ontmoetingen van Verrassend Langstraat. Ze kennen me niet. Ik vertel over social media, de kracht van aandacht, het boek en de stichting. Ik vraag aan het eind of het verhaal toch niet te heftig is. Een van de deelnemers concludeert: ‘De doelstelling is een bijzondere ontmoeting en dat is het.’