Om 9 uur ben ik
gereed voor vertrek. Ik pak mijn autosleutels. Ik heb twee telefoons. De
privételefoon rinkelt. Een onbekend nummer. Wel of niet opnemen? Nee, want ik
moet weg. Ja, want misschien is het toch maar een kort vraagje. In een flits neem
ik een beslissing: opnemen. Aan de andere kant van de lijn een rustige
mannenstem. Een uitnodiging voor het radioprogramma ‘Dit is de Dag’. Vanmiddag
om 2 uur in Hilversum.
Het is na half 1
als ik weer in mijn auto stap. Weer de redacteur van ‘Dit is de Dag’. Ik krijg
trek. Onderweg koop ik snel een gevulde koek. Ze heten niet voor niets zo.
Vijf minuten voor
de uitzending loop ik de studio binnen. Ik heb geen idee wie de andere gasten
zijn. Ik herken meteen Herman Pleij, de historicus. Druk in gesprek met
presentator Tijs van den Brink. Die overigens langer is dan ik dacht.
Presentatrice Elsbeth Gruteke herkent meteen de KanjerKetting. Deze heb ik
meegenomen en leg ik voor me op tafel. Symbool van Guusjes zeven maanden met
kanker. De andere gasten zijn presentatrice Lauren Verster en filosoof Jan Vorstenbosch.
Ook al spreek ik
voor honderd mensen in een zaal. Geen zenuwen. Nu voel ik spanning. De eerste
keer op de radio. Tijs wenst ons vooraf een prettig gesprek. Eerst worden Herman
en Lauren geïnterviewd, waarbij ook de gasten vragen mogen stellen. Hierdoor
ontstaat een ontspannen sfeer. Na een half uur is het mijn beurt. Elsbeth neemt
de ‘lead’. Ik vind haar een prettige interviewster. Een intelligente moeder. Ik
heb wel het idee dat ik snel moet praten. Veel zeggen in korte tijd.
De meeste vragen
hoor ik vaker. Bijvoorbeeld of het niet fijner zou zijn om gewoon te werken of
met onze andere kinderen bezig te zijn. Dus minder aan Guusje denken. Deze
vraag roept het beeld op dat meer mensen hebben van rouwenden. Misschien omdat
ze verwachten zelf zo te reageren, als hun kind zou overlijden. Een beeld van
terugtrekken tussen vier muren. Niet meer buiten komen. De gordijnen dicht.
Afsluiten voor de buitenwereld. Op de bank gaan zitten en oneindig huilen.
Vriendin Emmy
vertelde een tijd terug over de dagen na het overlijden van haar vader. Ze zat
achterin de tuin van haar huis. Te praten met vrienden. Dit had ze vooraf nooit
gedacht. Ze lag niet in haar bed onder dekens. Er was geen sprake van eindeloos
huilen.
Ik leef zeven
maanden zonder Guusje. Vanmorgen gaf ik een presentatie voor een klant van
Oracle. Gewoon werk. Dat vergt concentratie. Zeker omdat de voertaal Engels
was. Weinig tijd om aan Guusje te denken. Ik ben veel bezig met mijn kinderen.
Met hun school, vrije tijd en werk. Af en toe samen denken aan Guusje.
Stilstaan om verder te kunnen gaan.
We rouwen. Niet
teruggetrokken in huis. Geen gordijnen dicht. Geen tranen zonder einde. We
werken. We gaan naar school. We gaan op vakantie. En Guusje gaat met ons mee. We
denken vaak aan haar. Als dochter en als zus. We houden van haar. We missen
haar. We hebben verdriet. We leven door.
Na het avondeten
zit ik met Yvonne op de bank. Ik ben doodmoe. Ik moet nog veel voorbereiden
voor morgen. Toch sluit ik mijn ogen. Anderhalf uur later maakt Yvonne me
wakker met koffie. Tijd om aan het werk te gaan.
Aan het einde van de avond denk ik nog even aan de renners die vandaag al Alpe d'Huez opfietsten voor KWF Kankerbestrijding. Ook denk ik aan de mensen die nu al slapen. Morgen naar de top gaan rijden. Ze doen het uit liefde. Voor anderen. Een aantal renners ook speciaal voor Guusje. Die verbondenheid. Zo mooi.
Aan het einde van de avond denk ik nog even aan de renners die vandaag al Alpe d'Huez opfietsten voor KWF Kankerbestrijding. Ook denk ik aan de mensen die nu al slapen. Morgen naar de top gaan rijden. Ze doen het uit liefde. Voor anderen. Een aantal renners ook speciaal voor Guusje. Die verbondenheid. Zo mooi.