Zondag 3 juni 2012

Lazy Sunday. Dat lees ik op Twitter. Zou ik willen. Een groot kruis in mijn agenda: geen afspraken. Bij ons is echter altijd wat te doen. Ik lig in bed. Loes geeft me de telefoon. Aan de andere kant van de lijn mijn vader. Hij vraagt hoe laat ik op bezoek kom.

Mijn moeder was afgelopen vrijdag jarig. We bezoeken haar vandaag. Ze woont met mijn vader in een appartement. ’s Middags is mijn jongste zus er. Samen met haar man en kinderen. Ze wonen in Den Haag. We zien elkaar weinig. Er is telefoon, maar ik ben geen beller.

Halverwege de middag de toneelvoorstelling Jobje. De tweede en laatste keer. Weer zingt Juul het lied ‘Stand Up’. Weer is er kippenvel. Ik ben nog altijd onder de indruk van Juul. Ze benaderde me na het overlijden van Guusje. Ik wil een liedje componeren en zingen voor uw dochter. Mag dat? Ik twijfelde maar stelde me open. Geen spijt van gehad. Zo ook niet van de vele spontane acties die op gang zijn gekomen. Dit weekend regisseur Marij die besluit het toneelstuk op te dragen aan Guusje. Onze dochter heeft bij veel mensen een plaatsje veroverd in hun hart.

Aan het einde van de avond zit ik weer alleen op de bank. Mijn blog te schrijven. Morgen weer werken. Ik denk aan Guillaume van der Stighelen. Hij verloor zijn zoon Mattias. In nrc.next van afgelopen vrijdag zegt Guillaume: ‘Ik was een gedreven mens. Ik moet nu gedrevenheid forceren. Elke dag.’ Ik herken dit. Ik moet. Van mezelf. Zeker nu ik door verhalen om me heen steeds meer realiseer dat rouw niet tijdelijk is. Voor de buitenwereld is Guusjes dood zeven maanden geleden, maar voor mij is het de actualiteit van vandaag.

Ik pak de krant. Er staat een artikel in over Theo Maassen. Aangezien ik hem een interessante man vind, lees ik het stuk. Een passage gaat over de dood van zijn ouders. De vraag is: hoe lang heb je om ze gerouwd? Volgens Theo een jaar. Toen hield hij op met drinken. Als bewuste afsluiting van de rouwperiode.

De vraag van de interviewer. Het antwoord van Theo. Het strookt niet met mijn ervaringen. Komt dat omdat ik om een kind rouw? Of komt het omdat ik pas zeven maanden onderweg ben? Ik denk erover na. Voorlopig rouw ik door.