Mijn moeder was afgelopen
vrijdag jarig. We bezoeken haar vandaag. Ze woont met mijn vader in een
appartement. ’s Middags is mijn jongste zus er. Samen met haar man en kinderen.
Ze wonen in Den Haag. We zien elkaar weinig. Er is telefoon, maar ik ben geen
beller.
Aan het einde van de avond
zit ik weer alleen op de bank. Mijn blog te schrijven. Morgen weer werken. Ik
denk aan Guillaume van der Stighelen. Hij verloor zijn zoon Mattias. In
nrc.next van afgelopen vrijdag zegt Guillaume: ‘Ik was een gedreven mens. Ik
moet nu gedrevenheid forceren. Elke dag.’ Ik herken dit. Ik moet. Van mezelf.
Zeker nu ik door verhalen om me heen steeds meer realiseer dat rouw niet
tijdelijk is. Voor de buitenwereld is Guusjes dood zeven maanden geleden, maar
voor mij is het de actualiteit van vandaag.
Ik pak de krant. Er staat
een artikel in over Theo Maassen. Aangezien ik hem een interessante man vind,
lees ik het stuk. Een passage gaat over de dood van zijn ouders. De vraag is:
hoe lang heb je om ze gerouwd? Volgens Theo een jaar. Toen hield hij op met
drinken. Als bewuste afsluiting van de rouwperiode.
De vraag van de
interviewer. Het antwoord van Theo. Het strookt niet met mijn ervaringen. Komt
dat omdat ik om een kind rouw? Of komt het omdat ik pas zeven maanden onderweg
ben? Ik denk erover na. Voorlopig rouw ik door.