Het is woensdag 11 juli en
ik kijk uit naar de vakantie. Drie weken van huis. Voor het eerst sinds 2008.
Toen maakten we een rondreis door Spanje. Via Cambrils naar Madrid. Daarna
Allicante. Daar keek ik op mijn TomTom en schrok. We waren erg ver van huis. De
terugreis was ruim tweeduizend kilometer. Daarom halverwege een tussenstop in
Frankrijk. Enkele dagen in de Drôme. Prachtige weken om aan terug te denken.
Kamperen in eenvoudige koepeltentjes. Gaan we dit jaar weer doen. Alleen blijven
we nu drie weken op dezelfde plaats. We hebben onze kinderen gevraagd naar hun
voorkeuren. Iedereen kiest voor Spanje. Lisa spreekt over de drie Z’s: zon, zee
en zwembad.
Ik denk vaak terug aan de
keren dat Guusje onder narcose ging. Ik begeleidde haar tot het moment dat ze
sliep op de operatietafel. Ik vertelde over vakantie in Spanje. Ik wenste haar
een mooie droom. Guusje sprak regelmatig over Spanje. Maakte zich zorgen dat
iedereen naar haar grote litteken zou kijken.
Yvonne heeft gekeken of we
een stacaravan kunnen huren. De prijzen zijn hoog. Kamperen is een goedkoper
alternatief. Net zoals vier jaar geleden. Met koepeltentjes. We besluiten met
de leaseauto naar Spanje te rijden. Er is plaats voor vijf personen. Janneke en
Lisa komen later met het vliegtuig. Ik wil via mijn blog niet laten weten
wanneer we vertrekken. De eerste week zijn onze oudste dochters alleen thuis.
Daarom kondig ik een blogpauze aan. Tot half augustus. Dan keren we terug in
Nederland.
Ik heb me vaak afgevraagd
hoe lang ik door kan gaan met bloggen. Guusje is immers overleden. Zij is de
hoofdpersoon van dit verhaal. Ik
realiseer me dat ons kleine blonde meisje mij dagelijks bezighoudt. Zo ook op woensdag 11 juli. De dag dat ik een blogpauze afkondig. Ik wil onze slaapkamer
binnengaan. Er liggen twee tekeningen op de grond. Voor de deur van de
slaapkamer van Guusje en Loes. Er staat op dat mama niet welkom is. Ik ga
Yvonne halen. Samen gaan we naar binnen. We vragen aan Loes wat er aan de hand
is. Al snel wordt duidelijk dat onze jongste dochter boos is. Tijdens onze
vakantie lees ik enkele boeken over rouw. Hierin staat dat agressieve gevoelens
na het verlies van een dierbare normaal zijn. Ze richten zich vaak tegen een
persoon die men vertrouwt. Zo ook de boosheid van Loes. Kwaad omdat Guusje er
niet meer is.
Het is zaterdagavond.
Yvonne wil naar de film. Samen met mij. Dat is lang geleden. Ik heb geen zin.
Ik val bijna altijd in slaap. Toch laat ik me overhalen. Ik heb goede kritieken
gelezen over ‘Intouchables’. Dat wordt onze keuze. Vanaf het moment dat de film
opent laat ik mee meeslepen in het verhaal. Over een verlamde rijke man en zijn
niet-alledaagse persoonlijke verzorger. Het is jaren geleden dat ik zo’n mooie
film zag. Veel humor en een sterke boodschap. Hulpbehoevende mensen willen geen
medelijden. Ze willen behandeld worden als ieder ander. Op basis van
gelijkwaardigheid.
De volgende ochtend kleed
ik me aan. Mijn oog valt op een vaderdagcadeau dat Guusje ooit maakte. Er staat
een tekst op. Lang niet gelezen. Wat had ze geschreven?
Je bent de grappigste van de hele wereld.
Dus papa ik hou van jou.
Ik herinner me dit
compliment. Wat was ik trots. Gisteravond enorm gelachen tijdens de film. Vaak
maak ik grappen. Ook na Guusjes overlijden. Mijn rouw is niet depressief gaan
zitten huilen in een hoekje. Vroeger zou ik zeggen: ‘Een dag niet gelachen is
een dag niet geleefd.’ Toch voelt het lachen anders. De hele dag denk ik aan
Guusje. Ik mis haar. De herinneringen aan haar gaan niet weg. Net zoals
hoofdpijn. Ik kan onze dochter niet uit mijn hoofd zetten.
De Efteling is ’s avonds geopend.
Alle gezinsleden hebben een abonnement. Zo hebben we onbeperkt toegang. Samen
met Anton en Loes gaan Yvonne en ik naar het pretpark. Daar ontmoeten we Diana.
We kennen haar van vroeger. Ze stelt ons voor aan haar tante. Deze leest mijn
blog. Jaren geleden overleed haar dochter aan leukemie. We praten over de
openheid van nu tegenover de geslotenheid van vroeger. Artsen die al eerder
wisten dat het leukemie was. Toch pas later tegen de ouders vertelden dat hun
kind kanker had. De tante verloor niet alleen haar kind, maar ook haar man. Ze
staat stil bij een zin die we vaak horen: je kind verliezen is het ergste dat
je kan overkomen. Ze doet geen uitspraak over het ‘erger’ zijn. Ze zegt alleen:
‘Pas als je beide hebt meegemaakt, kun je oordelen.’ Tijdens de vakantie lees
ik ‘Tonio’ over het verlies van een zoon en ‘Tranen van liefde’ over de dood
van een echtgenote. In beide gevallen is er sprake van een vreselijk verlies.
Toch kan ik niet zeggen dat het ene verlies erger is dan het andere. Verlies is
wat je zelf ervaart. Het overlijden van Guusje deel ik als ouder met Yvonne.
Met wie zou ik de dood van Yvonne kunnen delen?
De dagen op kantoor gaan
voorbij. Het is slecht weer. Regen in overvloed. De Spaanse zon wordt steeds
aantrekkelijker. Op woensdagavond 18 juli staat er eerst nog een concert van
Paul Simon op het programma. Samen met onze oudste dochters rijden Yvonne en ik
naar Amsterdam. Janneke en Lisa praten honderduit. Gezellig samen over muziek.
Vooral over het optreden van Paul McCartney dit voorjaar. Na het optreden
kijken onze dochters me lief aan: krijgen we een T-shirt van het concert? Ik
kan geen weerstand bieden. Yvonne en ik aanschouwen onze meiden vanaf een
afstand. Ze zijn zo anders van karakter. Ze passen zo goed bij elkaar. We
stellen ons Guusje en Loes voor. Zij zullen nooit samen met ons naar een
concert gaan.
We gaan op vakantie. We
rijden Kaatsheuvel uit. Yvonne heeft met haar moeder geregeld dat Guusjes as
gaat logeren. Als ik naar rechts kijk, zie ik dat Yvonne door haar ogen wrijft.
Tranen. Ik knijp haar even in haar bovenbeen. Gaat het? Natuurlijk niet.
We rijden in één ruk door
naar Spanje. Doen we altijd. Zoveel mogelijk ’s nachts. Geen hotel
onderweg. De kinderen slapen op de
achterbank. Yvonne en ik wisselen regelmatig. Als bijrijder sluit ik mijn ogen.
Mijn vrouw kan goed autorijden. ’s Morgens melden we ons bij de eerste camping:
Sanguli in Salou. Er is slechts één plaats beschikbaar voor drie weken. Als we
gaan kijken, zien we dat deze bij een muur is. Glasscherven zijn bovenop de
afscheiding geplakt. Tegen ongewenste indringers. Dit lijkt meer op een
gevangenis dan op een vakantiepark. We besluiten verder te zoeken. Bij de
tweede camping. Meer dan tien kilometer ten zuiden van Salou vinden we een
prachtige ruime plaats op CampingResort Playa Montroig. We lopen inmiddels in
korte broek en op slippers. De temperatuur is dertig graden. De zon schijnt
heerlijk. We zetten onze tentjes op. De vakantie kan nu echt beginnen. De
camping ligt er prachtig bij. Palmbomen, eigen strand en een groot zwembad. Het
valt ons op dat er best veel lege plaatsen zijn. Tien jaar geleden waren we
hier ook. Toen was er nauwelijks een lege plek.
Voor de buitenwereld ogen
we als een alledaags gezin. Vader, moeder en drie kinderen. Als ik bij het
zwembad rondkijk, zie ik veel families zoals wij. Ik merk dat ik Janneke en
Lisa mis, maar anders dan Guusje. Met onze oudste dochters hebben we contact.
We sturen sms’jes. Guusje is een foto naast de koelbox. Een kaarsje op tafel.
Wordt vervolgd