Om 9 uur rijd ik Amsterdam
binnen. Ik ben vroeg opgestaan. Een volle agenda met afspraken. Even later
bevind ik mij meer dan twintig verdiepingen hoog en kijk ik uit over Amsterdam. Een
beeld dat me herinnert aan de weken dat Guusje in het Emma Kinderziekenhuis AMC
verbleef.
Na mijn eerste afspraak ga
ik door naar kantoor in Utrecht. Onderweg voer ik een gesprek met Mohamed
Azarfane. Hij zou de Marathon van New York gaan lopen voor KanjerGuusje. Voor
het eerst in de geschiedenis werd de marathon dit jaar gecanceld. Volgens
Mohamed een terechte beslissing. Het leed van de slachtoffers is groot. Mohamed
gaat in gesprek met zijn sponsors. Hij denkt na hoe hij zijn uitdaging opnieuw
vorm gaat geven.
Mijn werkdag is lang. Er zijn files op de snelweg. Ik ben laat thuis. Na het avondeten ga ik relaxed op de bank liggen. Ik ben uitgeteld. Er wordt een schrift op de salontafel gelegd. De bedoeling is dat ik daarin mijn verlanglijstje noteer voor Sinterklaas. Ik reageer verbolgen. Het is nog veel te vroeg. Sinterklaas is nog niet eens in Nederland gearriveerd. Er worden opmerkingen gemaakt dat ik bijna altijd te laat aan kom zetten met mijn wensen. Vorig jaar maakte ik mijn lijstje pas twee dagen voor het vertrek van de goedheiligman.
In de loop van de avond
komt Loes haar bed uit. Ze mist Guusje. Van rouwtherapeute Hellen heeft Loes
een boek geleend. Een deel is gewijd aan tranen.
Soms heb je tranen aan de
binnenkant
Soms heb je tranen aan de
buitenkant
Soms lacht je mond en
huilt je buik
Alle tranen zijn
‘IK-HOU-ZO-VEEL-VAN-JOU-Tranen’
Loes blijft het vreemd
vinden. Als ze valt en pijn heeft, dan moet ze soms huilen. Dan kun je haar
troosten. Dan stopt ze met huilen. Als ze haar zus Guusje mist, dan moet ze
soms ook huilen. Dan kun je haar troosten. Dan stopt ze niet met huilen.