Guusje is dood. Die
gedachte flitst elke ochtend als eerste door mijn hoofd. Alsof daarna de dag
kan beginnen. Ze gaat niet weg uit mijn hoofd. Elk uur komt ze een of meerdere
keren voorbij. Ik hoor mensen vaak praten over afleiding, maar ik weet niet
goed wat dat is. Ga je dan bewust dingen doen om niet aan Guusje te denken?
Gemis doet pijn. Gedachten
die je ogen doen tranen. Vandaag heb ik regelmatig vochtige ogen. ‘s Avonds is
de intocht van Sinterklaas. Onze straat stroomt vol met mensen. Een verlichte
stoet passeert ons huis. Ik weet dat Guusje hier enorm van genoot. Net zoals
onze andere kinderen. Juist haar blijdschap toen is de oorzaak van mijn
verdriet nu. Rouw is de keerzijde van liefde.