‘Wanneer ben ik even oud als Guusje?’
‘Hoe bedoel je?’
‘Ik ben nu tien. Guusje was toch ook tien.’
‘Dat klopt. Maar jij bent vandaag tien geworden. Guusje
overleed vijf maanden na haar verjaardag. Er gaat een dag komen dat
jij ouder wordt dan Guusje ooit geworden is.’
‘Wanneer is die dag?’
‘Dat is geen eenvoudig rekensommetje.’
Vandaag is het die dag: 19 maart 2014. Loes is even oud als Guusje op haar sterfdag. Als je naar buiten kijkt,
dan schijnt de zon. Een mooie dag. Vanmiddag laat Loes een ballon op. Met een
brief voor Guusje.
‘Is Guusje vanaf vandaag de jongste?’
‘Nee, dat blijf jij voor mij.’
‘Ik word ouder dan Guusje.’
‘Dat klopt.’
‘Maar ze blijft wel mijn grote zus.’