Maandag 24 oktober 2011

Een slechte nacht. Guusje slaapt weinig. Ze is ziek. Geen ziek zoals kanker. Ziek zoals griep. Aan het ontbijt wil ze niet eten. Wat naar binnengaat, wordt later uitgespuugd.

Om half 11 wordt Guusje in het AMC verwacht voor lokale pijntherapie. Thuisblijven is geen optie. Yvonne blijft thuis bij onze kinderen Hans, Anton en Loes. Lisa viert vakantie op de Canarische Eilanden. Janneke is op zoek naar een vervolgopleiding en bezoekt een open dag.

Ik rijd naar Amsterdam. Guusje zit naast me. Als ze maar niet gaat spugen. Haar ogen zijn dicht. Ik hoop dat ze slaapt. In het AMC aangekomen worden we meteen binnengeroepen in de behandelkamer. Een vrolijke verpleegkundige begroet ons.

Hoe gaat het vandaag? Gisteren ging het goed. Vandaag is het tien keer niks. Guusje houdt haar mond dicht. Niet van plan om te praten. Ik merk op dat er momenten zijn zonder pijn. Dat is een goed teken. Tekenen van succesvolle behandelingen. Guusje zegt niks. Ze zwijgt. Ik baal daarvan, maar het is niet anders.

Waarvan is Guusje beroerd? We hebben de neiging om alles in verband te brengen met haar ziekte. Misschien heeft ze een ordinair griepje. Misschien zijn het bijwerkingen van medicijnen die worden afgebouwd. Niemand die het zeker weet. Het is gissen. Ook voor artsen.

Guusje wil na de behandeling meteen terug naar huis. In de auto gaat de telefoon. Doe Een Wens wil een en ander met mij afstemmen. Guusje luistert mee. Ze reageert onbewogen. Meestal wordt ze vrolijk, als Doe Een Wens belt. Vandaag niet. Guusje voelt zich ziek.

Begin juni kwamen twee wenshalers op bezoek. Ze wilden weten wat Guusje’s grootste wens is. Onze dochter was stil. De wenshalers drongen aan. Wat is jouw grootste wens? Wat wil je echt eens meemaken?
Guusje begon te praten. Ik luisterde met open mond. Zou Doe Een Wens dit echt mogelijk maken? Inmiddels weet ik dat het binnenkort gaat gebeuren. Guusje’s bijzondere wens gaat in vervulling.
Wat en wanneer? Guusje wil dat het nog even geheim blijft. Dat zie ik ook als haar wens. Hierdoor blijft het spannend. Ook voor de buitenwereld.

Toen aan mij in april werd voorgesteld om Guusje aan te melden voor Doe Een Wens, wilde ik er niets van weten. Ik kon mij niet verenigen met het idee dat onze dochter een levensbedreigende ziekte heeft. Het waren verhalen van anderen die mij overtuigden. Diane over haar zoon Mees. Robbie over zijn zoon Arthur. Beide jongens hadden enorm genoten van het in vervulling gaan van hun wens. Arthur wil liever niet herinnerd worden aan zijn ziekteperiode, maar zijn wensdag is hem dierbaar. Voor altijd.

Een tijdje terug ontving ik een brief waarin summier stond beschreven wat er gaat gebeuren bij Guusje’s wensvervulling. Ik heb deze brief eerst aan Guusje voorgelezen. Na het avondeten weer voorgelezen, maar dan aan alle kinderen. Iedereen dolblij. Het dak eraf. Alsof we de hoofdprijs in de Staatsloterij hadden gewonnen.

Guusje keek trots. Ze zei: “Dankzij mij.” Later realiseerden Yvonne en ik wat Guusje met deze uitspraak bedoelde. Ze ziet zichzelf, volledig onterecht, als ‘blok aan het been’ van ons gezin. Veel gewone dingetjes zijn niet mogelijk door haar ziekte. Doe Een Wens geeft haar het gevoel dat ze iets terug kan doen. Voor haar een fijn gevoel. Daarvan geniet ze nu al. Onze kleine blonde kanjer.