Alleen Loes heeft
school. Vanmiddag begint ook haar vakantie. Yvonne en ik halen haar samen op.
Aan het einde van de ochtend. We nemen een bloemetje mee. Loes geeft het aan
haar juf. Yvonne en ik aan Guusjes juf.
Onze kinderen
verheugen zich op scoutingkamp. Dat deed ik ook altijd. Meer dan 25 keer ging
ik mee als leider. Tot vorig jaar. Toen bezocht ik elke dag het kampterrein met
Guusje. Alleen maandag niet in verband met chemotherapie. Dit jaar ga ik niet
mee op zomerkamp. Mijn verdriet is te groot. Ik denk nog vaak aan de woorden
die Guusje zei, toen ik op de laatste avond met haar naar huis reed: ‘Als ik
mijn ogen sluit, dan droom ik. Wat was het leuk op kamp.’
Ik heb vandaag
moeite met werken. Ik ben snel afgeleid. Halverwege de middag sluit ik mijn
computer af. Ik ga met Anton een gesigneerd exemplaar van mijn boek naar het
postagentschap brengen. We lopen over de markt. Anton wil een stroopwafel.
Daarna kopen we samen een zakmes. Vorig jaar was Anton nog lid van de Welpen.
Daar zijn zakmessen verboden. Nu gaat hij mee met de Scouts. Een zakmes is
handig op kamp. Op de terugweg nemen we een ijsje. Jongens van 12 kunnen
blijven eten.
Aan het eind van
de middag staan Yvonne en ik bij de middelbare school. De bus uit Friesland
komt aanrijden. Lisa stapt uit. Ze is een ‘beetje’ verbrand. Dat krijg je, als
de zon ook maar even durft te schijnen op het water. Ze is dit jaar niet geslaagd
voor haar diploma. De lijn wordt consequent doorgezet. Op school gaat ze ook
niet over. Het was heel gezellig op zeilkamp. Lisa praat honderduit. Volgend
jaar gaat ze zeker weer mee.
Ik denk dat het
zeilkamp goed was voor Lisa. Even helemaal eruit. Lekker bezig met wind en
water. Morgenochtend wordt ze om 7 uur al op het clubgebouw van scouting
verwacht. Klaar voor een hele week zomerkamp. Ik merk dat ik ook toe ben aan
vakantie. Helaas moet ik nog even wachten.