Dinsdag 9 oktober 2012

Ik vertrek graag naar kantoor, als alle kinderen de deur uit zijn. Vandaag lukt dat niet. Ik wil vroeg beginnen. Helaas rijd ik onderweg een file in. Hoewel ik afgelopen jaar heb leren relativeren, word ik chagrijnig. Het lijkt wel of dit gevoel daarna maar niet weg wil gaan. Ook niet op het werk.

Als ik weer thuis ben, kom ik buiten op straat een kennis tegen die al op jonge leeftijd weduwe was. Ze vraagt hoe het met me gaat en we raken aan de praat. Ze vertelt over de vele lieve kaarten die ze jaren geleden ontving. Toch weet ze vaak niet wat ze op een condoleancekaart moet schrijven. Ik herken het. Graag willen reageren met mooie woorden. Dat lukt niet. Je wil het te goed doen. Mijn advies is niet lang nadenken. Schrijven wat in je opkomt. Dan komt het rechtstreeks uit je hart.

Ik vraag of ze enkel mooie reacties ontving. Ze geeft toe dat het niet alleen maar hartverwarmend was. Zo zei iemand op de dag van het overlijden: ‘Je vindt vast snel een ander.’ Niet alleen woorden kunnen hard zijn. Ze ging bij vrienden naar het toilet. Er hing een verjaardagskalender. Ze schrok. De naam van haar overleden echtgenoot was doorgestreept.