Maandag 15 oktober 2012

Het is herfstvakantie. Ik besluit om half 8 op te staan. Om 8 uur schrik ik wakker. Snel aankleden en naar kantoor. Ik heb een volle agenda. De hele ochtend werk ik aan een presentatie.

Om 12 uur heb ik een afspraak met collega’s. Terwijl ik naar de ruimte loop waar zij op mij zitten te wachten, word ik gebeld. Ik kijk op het display. Een onbekend nummer. Als ik opneem, ben ik verrast. Een redacteur van een bekend televisieprogramma. Men wil een item maken over Mohamed Azarfane. Hij loopt op 4 november de Marathon van New York voor KanjerGuusje.

Zijn vriendin Maaike is verpleegkundige. Zij zag Guusje in het AMC. Onze dochter maakte indruk op haar. In november las Maaike in de krant dat Guusje ‘trending topic’ was geworden op Twitter. Ze schrok. Guusje was overleden. Toen Mohamed besloot om deel te nemen aan de Marathon van New York, raadde Maaike hem aan te lopen voor Stichting KanjerGuusje.

Als ik ’s avonds thuis kom, zijn Yvonne en de kinderen net klaar met het avondeten. Er is nog over. Gelukkig geen hond in de pot voor mij. Via Twitter heb ik gelezen dat Loes samen met mama haar slaapkamer heeft opgeruimd. Voordat ik ga eten, laat onze dochter aan mij het resultaat zien van een dag hard werken. De kamer is mooi opgeruimd. Droomdekentje op het bed van Loes. Veel knuffels op het bed van Guusje. Daarboven aan de muur schilderijtjes gemaakt door ons kleine blonde meisje. Ik voel mijn tranen hoog zitten.

 ‘Guusje kan zo weer haar bed in. Kom nu maar terug. Het heeft lang genoeg geduurd.’
 ‘Dat vind ik ook, papa.’

Na het eten plof ik op de bank met een kop koffie. Ik heb nog veel werk liggen. Het wordt een lange avond. Zeker als er tussendoor ook nog twee telefoontjes zijn. Beide hebben te maken met Stichting KanjerGuusje.

Terwijl ik aan het werk ben, staat Loes plotseling beneden. Ze is uit bed gekomen. Veel tranen. Ze mist Guusje. Ze mag bij mama op de bank komen zitten.

Later op de avond lees ik dat ‘Tonio’ de NS Publieksprijs heeft gewonnen. Een terechte winnaar. Mooi dat een boek over het verlies van een kind zo’n belangrijke publieksprijs wint. Ik las ‘Tonio’ tijden onze zomervakantie. Het is een prachtig geschreven roman. Veel herkenning maar ook constatering van verschillen. Ik hoop alleen niet dat mensen denken dat de rouw van Van der Heijden en zijn vrouw model staat voor de wijze waarop ouders omgaan met het verlies van hun kind. Ieder mens rouwt anders. Er zijn ouders die het huis niet uitgaan. Er zijn mensen die zich op hun carrière storten. Hoe je rouwt? Dat kun je op voorhand niet weten. Het afgelopen jaar ben ik geconfronteerd met ervaringen en emoties die ik vooraf niet kende. Er is een analogie met de geboorte van een kind. Tijdens je eerste zwangerschap maak je je een voorstelling van hoe het zal voelen om straks een kind te hebben. Na de geboorte weet je pas werkelijk hoe het is om vader of moeder te zijn. Zo is het ook met het overlijden van je kind. De werkelijkheid is anders dan de voorstelling.