Maandag 29 oktober 2012

Ik heb al vroeg een afspraak op kantoor. Helaas is het druk op de weg. Ik heb niet het idee dat dit een productieve dag wordt. Een collega vraagt aan mij hoe het met me gaat. Ik wil mensen niet altijd belasten met mijn problemen. Daarom houd ik mijn gevoelens vaak voor mezelf. Vandaag heb ik daar geen trek in: ik zit niet goed in mijn vel. Iedereen mag het weten. Morgen is Guusjes sterfdag. 

Als ik thuiskom, zitten Yvonne en de kinderen aan tafel. Halverwege het avondeten. Ik schuif snel aan. Het is gezellig. Ik spreek de hoop uit dat het morgen minder hard regent dan vandaag. Liever een zonnetje. Yvonne wijst op het kastje achter mijn stoel. Als ik me omdraai, zie ik een stapeltje kaarten. Lieve mensen die met ons meeleven.

Ik ga de hond uitlaten. Er staat een harde frisse wind. Ik vind het vaak prettig om alleen te lopen. Dan denk ik na over de toekomst. Of kijk ik terug op mijn werkdag. Vandaag geen van beide. In gedachten ben ik bij Guusje. Ik weet nog precies wat ik vorig jaar deed op deze dag. Daar heb ik geen dagboek voor nodig. De beelden van het kamertje in het ziekenhuis. Het blauwe t-shirt. Het ‘snorretje’ voor zuurstof. Beide armen verbonden voor infuus. In de tuinstoel. Vriendinnen op bezoek. Daarna in bed. De wezenloze blik in haar ogen. Zeker toen Doe Een Wens de toverstok van Harry Potter bracht. Daar waar ze zo naar verlangde. Alleen had ze deze toverstok zelf willen gaan halen. Maar daarvoor was ze te zwak. Het ging niet meer. Haar lichaam was op. Wanneer realiseerde ik me dat ze zou gaan sterven? ’s Avonds toen de arts zei dat we onze verantwoordelijkheid moesten nemen. Zij als arts. Wij als ouders. We gingen haar samen comfort geven. Begeleiden op haar laatste reis.

De hele avond op de bank. Ik doe niets. Ik zit. Ik voel me lusteloos. Ik veer op bij Hart van Nederland. Orkaan Sandy gaat huishouden in New York. Mohamed komt in beeld. Hij gaat voor KanjerGuusje de marathon lopen. Zijn vlucht voor morgen is geannuleerd. Hopelijk kan hij vrijdag vertrekken.

Ik heb me steeds afgevraagd hoe ik deze dagen zou beleven. Ik ben moe. De wereld draait door. De mijne staat stil. Stil bij vorig jaar. De dag waarop ze wegvloog.