Ik heb al vroeg een
afspraak op kantoor. Helaas is het druk op de weg. Ik heb niet het idee dat dit
een productieve dag wordt. Een collega vraagt aan mij hoe het met me gaat. Ik
wil mensen niet altijd belasten met mijn problemen. Daarom houd ik mijn
gevoelens vaak voor mezelf. Vandaag heb ik daar geen trek in: ik zit niet goed
in mijn vel. Iedereen mag het weten. Morgen is Guusjes sterfdag.
Als ik thuiskom, zitten
Yvonne en de kinderen aan tafel. Halverwege het avondeten. Ik schuif snel aan.
Het is gezellig. Ik spreek de hoop uit dat het morgen minder hard regent dan
vandaag. Liever een zonnetje. Yvonne wijst op het kastje achter mijn stoel. Als
ik me omdraai, zie ik een stapeltje kaarten. Lieve mensen die met ons meeleven.
Ik ga de hond uitlaten. Er
staat een harde frisse wind. Ik vind het vaak prettig om alleen te lopen. Dan denk
ik na over de toekomst. Of kijk ik terug op mijn werkdag. Vandaag geen van
beide. In gedachten ben ik bij Guusje. Ik weet nog precies wat ik vorig jaar deed op deze dag. Daar heb ik geen dagboek voor nodig. De beelden van het kamertje in het
ziekenhuis. Het blauwe t-shirt. Het ‘snorretje’ voor zuurstof. Beide armen
verbonden voor infuus. In de tuinstoel. Vriendinnen op bezoek. Daarna in bed.
De wezenloze blik in haar ogen. Zeker toen Doe Een Wens de toverstok van Harry
Potter bracht. Daar waar ze zo naar verlangde. Alleen had ze deze toverstok
zelf willen gaan halen. Maar daarvoor was ze te zwak. Het ging niet meer. Haar
lichaam was op. Wanneer realiseerde ik me dat ze zou gaan sterven? ’s Avonds
toen de arts zei dat we onze verantwoordelijkheid moesten nemen. Zij als arts.
Wij als ouders. We gingen haar samen comfort geven. Begeleiden op haar laatste
reis.
De hele avond op de bank.
Ik doe niets. Ik zit. Ik voel me lusteloos. Ik veer op bij Hart van Nederland.
Orkaan Sandy gaat huishouden in New York. Mohamed komt in beeld. Hij gaat voor
KanjerGuusje de marathon lopen. Zijn vlucht voor morgen is geannuleerd.
Hopelijk kan hij vrijdag vertrekken.
Ik heb me steeds
afgevraagd hoe ik deze dagen zou beleven. Ik ben moe. De wereld draait door. De mijne staat
stil. Stil bij vorig jaar. De dag waarop ze wegvloog.