Heimwee

Het is zondagochtend. Yvonne en ik zitten samen aan het ontbijt. Loes is niet thuis. Ze heeft een weekend van haar toneelgroep. Onze andere kinderen slapen uit. Ik schenk een tweede kop koffie in en snijd een plak van de Groninger koek die ik deze week heb gekregen bij een lezing. Er staan zes borden op de tafel. Meer dan in een gemiddeld Nederlands gezin. Toch vind ik het weinig.

Op doordeweekse dagen zijn we met zes personen. Guusje overleden. Janneke op kamers. Twee personen minder dan jaren het geval was. Ik zie kinderen als rijkdom. We zijn nog altijd rijk, maar minder dan vroeger.

Janneke mis ik niet echt. Haar vertrek naar Eindhoven is een natuurlijk proces. Donderdag organiseerde haar opleiding Industrial Design een dag voor ouders. Ik heb gezien dat Janneke het naar haar zin heeft op de technische universiteit. Het is fijn om te constateren dat onze oudste dochter goed terecht is gekomen. De wens van elke ouder.

Guusje is abrupt uit ons leven verdwenen. Fysiek dan. Emotioneel niet. Ik mis haar intens. De laatste keer dat ik haar kon vasthouden. Dat ik haar hoorde praten. Elke dag is een dag verder verwijderd van de laatste keer. Ik vind dat moeilijk.

Gisteravond tijdens een gesprek bij vrienden gaf Yvonne aan dat zij de laatste tijd een verandering ervaart. Ik vraag of zij haar gevoel kan omschrijven. Yvonne zegt dat ze steeds meer het idee heeft dat we in een nieuwe werkelijkheid zonder Guusje leven. De oude werkelijkheid met Guusje ligt achter ons. Definitief. Komt nooit meer terug. Als een vluchteling die heimwee heeft naar haar geboorteland, zo verlangt Yvonne terug naar de tijd van toen. Naar de oude werkelijkheid. Een tijd die steeds verder achter ons ligt. Heimwee naar Guusje.