Tweede Paasdag. Er gebeurt weinig. We ontbijten samen als één gezin. Vandaag is het vier weken geleden dat Guusje werd opgenomen in het Twee Steden Ziekenhuis in Tilburg. Sinds die dag ben ik maar heel even thuis geweest. Dat was op donderdagavond 31 maart. Om het vreselijke nieuws van Guusje’s ziekte mee te delen aan onze kinderen. Daarom is het zo fijn dat dit weekend alle kinderen bij Yvonne en mij logeren. Het klinkt vreemd. Logeren bij je eigen ouders.
Loes en Anton zoeken eieren in de tuin van het Ronald Mc Donald Huis. Sommige eieren zijn gesmolten. Het is vandaag weer erg warm. Hans blijft een jongen. Hij helpt Anton en Loes mee met zoeken. Janneke en Lisa moeten hun eigen kamer in het Ronald Mc Donald Huis schoonmaken. Ze doen er wel heel lang over. Yvonne vraagt zich af of ze het kamertje aan het behangen zijn. We genieten van onze kinderen. Daarom is het ook zo jammer dat we om 16 uur afscheid moeten nemen. Yvonne’s broer René en zijn vrouw Diana brengen onze kinderen terug naar huis. Daar zijn opa en oma die de hele week voor ze zullen zorgen. Fijn om te weten dat er goed voor onze kinderen wordt gezorgd. Dat geldt overigens niet alleen voor onze kinderen. Zelfs over de was hoeven we ons geen zorgen te maken. Onze vrienden Cor en Gerda doen de was. We krijgen veel hulp. Nooit gedacht dat het zo hard nodig zou zijn. Heel fijn om te krijgen. Zeker nu.
Guusje voelt zich vandaag niet lekker. In de ochtend is er even sprake van een opleving. De rest van de dag ligt ze in een tuinstoel. Ze voelt zich misselijk. Ik zou willen dat de opgaande lijn terugkwam.
Tot gisteren was de grote vraag: is het mogelijk om Guusje te opereren? Na gisteren weten we dat er waarschijnlijk een operatie gaat plaatsvinden. We weten alleen niet wat er dan precies gaat gebeuren. Dat is de vraag die ons vandaag bezighoudt. Waarschijnlijk ook de volgende dagen. Er blijft veel onzeker.
Regelmatig denk ik aan de moeder die ik begin april tegenkwam in het AMC. Haar zoon wordt behandeld voor kinderkanker. Ik vertelde haar dat er veel onzekerheid was omtrent de ziekte van mijn dochter. Ze zei toen: “Wen er maar aan. Dat zal voorlopig wel zo blijven. Ik loop hier al maanden rond. Ook voor mij is er nog steeds heel veel onzekerheid.” Deze moeder heeft gelijk. Ik zal er aan moeten wennen. Hoe moeilijk het ook is. De onzekerheid blijft.