Zaterdag 9 april 2011

Rond 7 uur loop ik door het AMC. Ik zie bij de kapsalon posters over pruiken voor kankerpatiƫnten. Deze week heb ik vaak het beeld gehad van een kale Guusje. Op de afdeling Kinderoncologie lopen veel kale kinderen rond. Gisteren werd verteld dat Guusje waarschijnlijk geen chemotherapie krijgt, omdat haar ziekte zo niet kan worden bestreden. Moet ik blij zijn?

Als ik op de IC arriveer, zit Guusje rechtop in bed te slapen. Haar hoofd scheef. Volgens de verpleegkundige heeft ze goed geslapen, maar moet ze wel door haar houding een “vette nekpijn” hebben. Ik ga op de gang mijn blog bijwerken en bel Yvonne om te zeggen dat ze rustig aan kan doen. Het is bijna half 9, als Guusje’s verpleegkundige de gang oploopt en meldt dat de patiĆ«nt wakker is. Hoe zal het met haar zijn?

Ik zie dat Guusje goed heeft geslapen, maar nog altijd een vermoeide indruk maakt. Yvonne stuurt me weg om ontbijt te regelen. Dan blijkt dat de Albert Heijn in het AMC op zaterdag pas om 9.30 uur open is. Ook alle andere winkels en koffiecorners zijn gesloten. Rond 10 uur zitten Yvonne en ik aan ontbijt. We nemen de situatie door. We komen erachter dat we moeten denken in kleine stapjes. De eerste stap is aansterken en de infectie bestrijden. In de loop van de ochtend spreek ik een kinderoncoloog. Hij maakt me inderdaad duidelijk niet teveel vooruit te denken. Er zullen momenten zijn in het proces dat we pas op de plaats moeten maken. Carte blanche. Alles op een rijtje zetten. Opnieuw het te volgen pad uitstippelen.

Het is een ochtend van voorlezen, maar ook van heimwee. Guusje mist het thuisfront. Ik begin met haar een e-mail te maken voor klasgenoten. Tijdens de lunch zegt Yvonne ook dat ze heel graag naar huis wil, maar dan wel met Guusje. Ik stel voor dat we ontslag nemen en naar huis vertrekken. Was het maar zo makkelijk.

’s Middags komen Yvonne’s ouders op bezoek samen met Guusje’s broers Hans en Anton. Ik ontmoet ze in de hal. Anton meldt vrolijk dat hij de afgelopen week niets met pasta heeft gegeten. Hij is degene die een aantal weken geleden een top 3 heeft gemaakt van smerig voedsel: lasagna, spaghetti en macaroni. Ik vertel hem dat het komende week Italiaanse week is in de Van Beurdenstraat. Onze humor.

Opa Ad en oma Nel blijven bij Guusje. Yvonne en ik nemen Hans en Anton mee naar het Ronald Mc Donald Huis. Het zijn jongens. Dus meteen spelen. Het is  prettig om de jongens om ons heen te hebben. Alleen hun aanwezigheid doet ons al goed. Ik kijk nu ook uit naar morgen. Dan komen Lisa en Loes.

Op de intensive care mogen slechts twee personen aan het bed. Hans en Anton zien hun zusje maar kort, maar ik zie duidelijk dat ze onder de indruk zijn. Het is natuurlijk ook niet niets om je zusje zo te zien liggen. Bij het afscheid zoenen ze hun zus.

Als het bezoek weg is, is het tijd om de cadeaus uit te pakken en kaarten te lezen. We hebben ontzettend veel kaarten gekregen. Zoveel mensen die ons een hart onder de riem steken. Hoe zal ik ooit iedereen persoonlijk kunnen bedanken. Ik ben onder de indruk.

Guusje krijgt eten op de IC. Yvonne en ik eten in het Ronald Mc Donald Huis. In het huis spreken we andere ouders. Ieder met een eigen verhaal.

Ik ontvang sms’jes van Janneke uit New York. The city that never sleeps. Wij zitten in het AMC. The hospital that never sleeps.