Zondag 17 april 2011

Het is 8 uur in de ochtend. Yvonne zoent me in mijn nek. Goedemorgen. Ik word wakker. Guusje slaapt. Ze is slechts twee keer wakker geweest. Ik herinner me lichte paniek, midden in de nacht. Het knutselwerk van haar klas was plotseling verdwenen. Te zwaar voor plakband. In de ochtend maken we het vast aan de muur met punaises. Schijnt niet te mogen, maar onze verpleegkundige komt zelf met een gereedschapskist aansjouwen.

We ontbijten samen met Guusje. Als wij vandaag eens niks doen. Dat zingt Guus Meeuwis op de radio. Een heerlijke gedachte. Ik ben momenteel nergens in geïnteresseerd. Ik kijk geen TV. Ik koop geen kranten. Gisteravond surfte ik op internet. Heel kort. Rusteloos. 
Niks doen is ineens een aantrekkelijke gedachte. Als iemand tegen mij zou zeggen dat ik vandaag alleen uit het raam mocht staren, zou ik ermee instemmen. Beetje staren naar de skyline van Amsterdam. In de verte de Arena. Vliegtuigen die dalen en opstijgen. Treinen en metro’s die stoppen bij station Holendrecht. Het wordt zonnig. Het wordt een mooie dag. Alsof er niets is gebeurd.

Guusje wordt gewogen. Ik heb het idee dat ze niet echt zwaarder wordt. Ze was altijd meer model Spillebeen dan model Dik Trom. Belangrijk dat Guusje aansterkt. Op medisch gebied is het rustig, wat onderzoeken betreft. Het hoofd van de kinderoncologen heeft ons afgelopen donderdag verzekerd dat er veel gebeurt op de achtergrond. Tijdens dat zware gesprek. Telkens weer die twee woorden: zou kunnen. Ze spoken door mijn hoofd. Hoop en vrees.

De hele ochtend hangt er een donkere wolk in de kamer. De verpleegkundige kondigt al heel vroeg aan dat de naald in Guusje’s portacath vandaag wordt vervangen. Dit gebeurt wekelijks. De hele ochtend ziet Guusje er tegenop. Pas om 13.15 uur verschijnt de arts. Voor de zoveelste keer komt er niets terecht van haar rustuurtje. Daar baal ik behoorlijk van. Rust is belangrijk voor onze dochter.  

Om 14 uur arriveert Yvonne’s broer René. Samen met zijn vrouw Diana en vier kinderen. Cadeaus en pizza. We gaan naar beneden een ijsje eten. Guusje’s kamer is op de achtste verdieping. We rijden Guusje rond in een rolstoel. De kinderen bewonderen haar kleurige Kanjerketting. Tegen 15.30 uur ga ik met Guusje weer naar boven. Ze geeft aan dat ze graag terug wil naar haar kamer. Ze is moe en heeft pijn. Ze controleert of haar Kanjerketting wel aan de infuuspaal hangt.

De Kanjerketting is heel belangrijk voor Guusje. Voor elke behandeling krijgt ze een kraal. Ze heeft al kralen voor prikken, scans, echo, röntgen, beenmergpunctie, narcose, radioactieve behandeling, opname intensive care, etcetera. Meer dan 65 kralen hangen aan haar ketting. Hoeveel zullen het er worden?

’s Avonds eten we witte bonen in tomatensaus met worst. Guusje vindt dit erg lekker. Heel fijn dat mensen eten meenemen. We eten samen met haar. Dat vinden we belangrijk. Waarom eten in ziekenhuizen kinderen apart van de ouders? Ik snap het niet. Gisteren hebben we tijdens Guusje’s rustuur geluncht met Hans, Anton en Loes. Was heel gezellig. We hebben gelachen.

Na het eten wil Guusje naar beneden. Mama heeft een cadeautje beloofd. Beneden drinken Yvonne en ik cappuccino. Guusje Dubbelfris. Als we teruglopen hangt er aan haar rolstoel een hele grote ballon. Twee dolfijnen in de vorm van een hartje.