Guusje is boos. Ze mag niet naar school. Jaarlijkse musical van groep 8 in de Werft. Met dit weer heet en benauwd. Mama zegt: “Nee, nee en nog eens nee.” Het is voor Guusje beter om vanmiddag naar school te gaan. Ik begrijp Guusje’s woede. Weer een leuke activiteit die door haar neus wordt geboord. Met dank aan haar ziekte.
Ik neem vandaag officieel afscheid van mijn collega’s. Eerst vergaderen. Niet mijn favoriete bezigheid. Ik heb om spreektijd gevraagd. Ik bedank mijn collega’s van de opleiding MER van Avans Hogeschool in ’s-Hertogenbosch. Zij hebben het mogelijk gemaakt dat ik de afgelopen maanden kon zijn waar ik het hardst nodig was. Bij ons zieke kleine blonde meisje. Daarnaast ontvang ik nog steeds kaartjes, sms’jes, e-mails en tweets. Heel veel steun. Zo belangrijk. Daarom zo moeilijk om afscheid te nemen. Om een en ander duidelijk te maken over het ziekteproces van Guusje heb ik haar Kanjerketting meegenomen. Ik zie aan de gezichten dat het indruk maakt. Al die ellende bij een jong meisje van tien.
Na het officiĆ«le gedeelte eet ik een broodje met enkele collega’s. Jammer dat ik wegga. Zulke fijne en aardige mensen. Maar toch? Mijn hart ligt in het middelbaar onderwijs en niet in het hoger beroepsonderwijs.
’s Middags gaat Guusje naar school. Ze heeft er heel veel zin in. Een spannende middag voor Anton. Hij houdt een spreekbeurt over scouting.
Thuis krijgen we bezoek van Jan en Wil. Zij zijn bezig met ‘genieten’. Ze hebben het moeilijk. Jan is uitbehandeld en dan in de negatieve betekenis. Wil heeft hierover een aantal goede blogberichten geschreven, waarvan ik de laatste echt fenomenaal vind (http://hebjijnogietsopjelever.web-log.nl/mijn_weblog/2011/06/wat-je-niet-ziet-bestaat-niet.html). We hebben goede gesprekken. Jan en Wil zijn prettige mensen met wie Yvonne en ik veel kunnen delen van onze gevoelens.
Om 15.15 uur ben ik op school. Het voelt goed. Er is niet gebeld. Dit betekent dat Guusje het meer dan twee uurtjes op school heeft volgehouden. Ik sta buiten de klas en kijk naar binnen. Guusje zit te praten. Ze kijkt vrolijk. Nadat ik onze dochter heb gesproken, zoek ik Anton. Hij is trots. Zijn spreekbeurt is beloond met een acht. Een topprestatie voor onze zoon. Hij is geen spreker van nature.
Thuisgekomen gaat Guusje met haar vriendin Ina spelen. Ik vind het prima. Guusje maakt een levendige indruk. Toch zie ik hetzelfde gebeuren als een week geleden. Na drie kwartier krijgt onze dochter pijn. Het spelen is voorbij. Hoewel verwacht toch zo onvoorspelbaar. Het ene moment vrolijk en dan het andere moment harverscheurend om te zien.
Hetzelfde beeld in de avonduren. Eerst gaat Guusje in bad. Ze heeft pijn. Klaagt erover. Waarom kan het niet ophouden? Een tijdje later zit ze vrolijk een appeltje te eten op de bank. Mooie momenten.