Vroeg op. Yvonne gaat een dagje werken. Kijken hoe het gaat. Janneke, Lisa en Hans liggen in bed. Proefwerkweek. Ze hebben vandaag geen toetsen. Nog voordat Anton en Loes naar school vetrekken, ga ik met Guusje de deur uit. Rolstoel achterin. Met de auto naar het ziekenhuis in Waalwijk voor bloedafname. Drie weken geleden ben ik bijna anderhalf uur van huis geweest. Ik hoop dat het vandaag sneller gaat. Onze huisarts heeft gebeld om ervoor te zorgen dat we direct worden geholpen. We zullen zien.
We komen aan bij het ziekenhuis. Veel gratis parkeerplaatsen. Dat is prettig. Ik loop met Guusje in rolstoel richting de balie. Een dame knikt vriendelijk naar ons. Ze zegt: “Dat is Guusje, waarschijnlijk.” Onze dochter wordt direct geholpen. Prettig geregeld. Om 8.45 uur is Guusje op school.
Thuisgekomen besluit ik een stapeltje post weg te werken. Tussen de brieven een aanvraagformulier voor een Verklaring Omtrent Gedrag. Een nieuwe versie. Ik ga ermee naar de Gemeentewinkel. Poging twee. Vorige keer werd mijn aanvraag niet in behandeling genomen. Ik moest toen eerst een half uur wachten. Daarna een botsing tussen de ambtenaar en mij.
Met een zekere argwaan stap ik de Gemeentewinkel binnen met mijn aanvraagformulier en paspoort. Legitimeren heb ik door de jaren heen geleerd. Ik heb zes keer aangifte gedaan van geboorte van een kind en bijna alle keren verscheen ik bij de afdeling Burgerzaken zonder legitimatiebewijs. Zelfs een ezel stoot zich geen tweemaal aan dezelfde steen. Bij geboorteaangifte ik bijna zes keer.
De wachtruimte is leeg. Ik word direct geholpen. Achter de balie zit dit keer geen pedante corpulente vrouw. Een dame op leeftijd staat me vriendelijk te woord. In een mum van tijd ben ik buiten. Vol verbazing.
De wachtruimte is leeg. Ik word direct geholpen. Achter de balie zit dit keer geen pedante corpulente vrouw. Een dame op leeftijd staat me vriendelijk te woord. In een mum van tijd ben ik buiten. Vol verbazing.
De rest van de dag verloopt rommelig. Drie middelbare scholieren in huis. Studeren voor de proefwerkweek. Klusjes uitvoeren die Yvonne de vorige avond heeft opgedragen. Ik zie onze oudste kinderen graag naar school gaan. Soms heb ik de indruk dat de vakantie al begonnen is. Anton en Loes hebben gelukkig wel een gewone schooldag. Structuur is goed voor kinderen. Dat weet elke opvoerder.
Guusje gaat in de ochtend tot de pauze naar school. Thuisgekomen even iets drinken. Samen met de drie oudste kinderen. Daarna gaat Guusje mee naar de apotheek. Ze wil liever niet op de bank blijven zitten, maar ze heeft helaas niet genoeg energie om veel te doen. Een lastige spagaat voor ons kleine blonde meisje.
’s Middags gaat Guusje naar school van 13 tot 15.15 uur. De hele middag dus. Als ik bij school arriveer, zie ik dat ze vrolijk zit te babbelen met andere kinderen. Ik kan mijn ogen niet geloven. Vol verbazing. Dit heb ik tot nu toe nog niet meegemaakt. Daar komt nog bij dat ik Guusje een beperkte hoeveelheid extra pijnmedicatie heb gegeven en niet de reguliere dosis.
Guusje wil afspreken met vriendin Nikki. Ik vind het goed. Met de auto breng ik de dames naar Nikki’s huis. Helaas staat drie kwartier later de moeder van Nikki aan de deur. Guusje houdt het niet vol. Jammer. Eigenlijk wist ik het wel. Ik moet eerder op de rem trappen. Onze dochter heeft de neiging om net iets te lang door te gaan. Pijn en vermoeidheid zijn de tol die ze dan moet betalen.
Na het avondeten staat Anton te springen. Het is scouting. Afsluiting van het seizoen. Zou Guusje ook willen gaan? Helemaal niet. Ze is erg moe. Scouting begint om 19 uur. Guusje ligt in bed om 19.30 uur. Ze kan niet meer. Dat geeft ze zelf aan. Ze wil alleen maar slapen. Ik wens haar een prettige en rustige nacht. Daarna ons eigen bijzondere ritueel voor het slapengaan.
Zij zegt: “Slaap lekker. Welterusten. Tot morgen. Doei dag.”
Ik herhaal: “Slaap lekker. Welterusten. Tot morgen. Doei dag.”
Ik kijk terug op een dag waarop Guusje voor het eerst sinds lange tijd minder extra pijmedicatie gebruikt. Afgelopen maandag is, na overleg met het Pijnteam van het AMC, besloten de basis te verhogen. Zou dit effect hebben? Vandaag voelt goed. Ik weet echter ook dat één zwaluw nog geen zomer maakt. De komende dagen zullen we zien of het echt zomer wordt. Voor Guusje.