Maandag 21 november 2011

Sinterklaasavond komt dichterbij. Ik ben er niet mee bezig. Voor onze kinderen is het wel belangrijk. Zeker voor Loes. We hebben lootjes getrokken. Iedereen moet een verlanglijstje maken. Dat gaat me niet lukken. Ik heb geen wensen. Klinkt negatief maar het is niet anders.

Vandaag werk ik niet aan ‘KanjerGuusje het boek’. Ik heb twee tegenlezers: Yvonne en Hans. Ik merk even op dat deze Hans niet mijn zoon is. De tegenlezers hebben tijd nodig om de tekst door te nemen. Ik kan me op andere zaken storten. Wel jammer, want het is heerlijk om bezig te zijn met het omzetten van het blog in boekvorm.

Er ligt een stapel post op mijn bureau. Voor sommige brieven is een telefoontje nodig naar instanties. Soms leg ik uit dat onze dochter drie weken geleden is overleden. Bijna altijd is het dan even stil aan de andere kant van de lijn. Daarna vervolgt de spreker zijn verhaal. Zonder iets te zeggen over Guusje. Dus ‘geen wat vervelend voor u’ of ‘gecondoleerd’. Meestal zegt men aan de andere kant niets over Guusje. Geen blijk van medeleven. Het zijn vaak instanties waarbij de mensen een cursus hebben gehad waarin ze geleerd wordt mensen te woord te staan. Zeg je dat je dochter net is overleden, zitten ze blijkbaar met hun mond vol tanden. Is een dood kind een taboe?

Vandaag belt Guusje’s behandelend arts, de kinderoncoloog. Een aardige zorgzame dame. Guusje had veel vertrouwen in haar. Ze was afwezig bij het overlijden. Ook artsen hebben wel eens vakantie. Guusje’s arts is nu net terug in Nederland en geeft in het gesprek aan dat voor haar de dood van onze dochter onverwacht kwam. Met haar woorden: dit hadden we niet afgesproken.

’s Avonds hebben we twee keer een tienminutengesprek op de basisschool. Yvonne en ik vinden het prettig om te horen hoe het Loes en Anton vergaat op school. We hebben het idee dat we onze kinderen de afgelopen maanden uit het oog zijn verloren. Gelukkig doen ze het goed.

Het is inmiddels half 10 als ik thuis kom. Snel de auto in. Naar Oosterhout. Daar woont Hans. Hij is schrijver en tegenlezer. Hij heeft al honderdzestig pagina’s af. Hans heeft veel goede aanwijzingen. Hier wordt ‘KanjerGuusje het boek’ alleen maar beter van. Het is een gezellige avond. We spreken openhartig en we lachen veel. Het is na 1 uur, als ik de Van Beurdenstraat inrijd. Ik heb veel energie gekregen van de gesprekken met Hans. Morgen kan ik me storten op het boek. Ik heb er zin in.