Vandaag werk ik niet aan ‘KanjerGuusje het boek’. Ik heb twee tegenlezers: Yvonne en Hans. Ik merk even op dat deze Hans niet mijn zoon is. De tegenlezers hebben tijd nodig om de tekst door te nemen. Ik kan me op andere zaken storten. Wel jammer, want het is heerlijk om bezig te zijn met het omzetten van het blog in boekvorm.
Vandaag belt Guusje’s behandelend arts, de kinderoncoloog. Een aardige zorgzame dame. Guusje had veel vertrouwen in haar. Ze was afwezig bij het overlijden. Ook artsen hebben wel eens vakantie. Guusje’s arts is nu net terug in Nederland en geeft in het gesprek aan dat voor haar de dood van onze dochter onverwacht kwam. Met haar woorden: dit hadden we niet afgesproken.
’s Avonds hebben we twee keer een tienminutengesprek op de basisschool. Yvonne en ik vinden het prettig om te horen hoe het Loes en Anton vergaat op school. We hebben het idee dat we onze kinderen de afgelopen maanden uit het oog zijn verloren. Gelukkig doen ze het goed.
Het is inmiddels half 10 als ik thuis kom. Snel de auto in. Naar Oosterhout. Daar woont Hans. Hij is schrijver en tegenlezer. Hij heeft al honderdzestig pagina’s af. Hans heeft veel goede aanwijzingen. Hier wordt ‘KanjerGuusje het boek’ alleen maar beter van. Het is een gezellige avond. We spreken openhartig en we lachen veel. Het is na 1 uur, als ik de Van Beurdenstraat inrijd. Ik heb veel energie gekregen van de gesprekken met Hans. Morgen kan ik me storten op het boek. Ik heb er zin in.