Vrijdag 17 februari 2012

Yvonne is vroeg de deur uit. Janneke grimeert Loes. Carnaval begint. Voor mij geen polonaise. De kinderen vieren in de ochtend feest op school. Met een optocht tussendoor. Ik ben net op tijd buiten om een glimp van de stoet kinderen op te vangen. Justin is klasgenoot van Guusje. Zij moeder overleed drie dagen voor Guusje. Justin straalt. Hij toont trots de tekst die Guusje vorig jaar op zijn stofjas heeft geschreven.


Loes en Anton
Janneke grimeert Loes


Na de lunch breng ik een pakketje naar het postkantoor. Ik lees op Twitter dat Kevin in het ziekenhuis is. Ik schrik. Ik dacht dat hij vandaag naar Orlando zou vertrekken. Zijn wensreis. Laat hem niet hetzelfde overkomen als Guusje. Zijn moeder stuurt me even later een bericht dat Kevin een bloedtransfusie krijgt. Extra energie voor de lange reis. Gelukkig. Ik gun het hem en zijn familie. Genieten met een dubbel gevoel. De laatste keer samen op reis.

Tegen 3 uur is de auto gepakt. We rijden weg. Vijf minuten later zijn we op onze vakantiebestemming: Villa Pardoes. We zouden deze week met Guusje en onze andere kinderen gaan genieten. Gepland toen we hoopvol naar de toekomst keken.

Anton, Pardoes en Loes
Ontelbare keren zag ik Villa Pardoes. De buitenkant. Wandelend met Balou door de bossen. Daar zaten de pechvogels. Dat veranderde afgelopen jaar. We sloten aan bij de club van gezinnen met een ernstig ziek kind. Vandaag mogen we naar binnen. Een ronde hal. Omringd met huisjes. Prachtig afgewerkt.

Guusje mocht haar wensreis niet meemaken. Ze overleed twee dagen voor vertrek. De pret voorafgaand aan de reis was groot. Guusje genoot als we spraken over onze reis naar het Harry Potter pretpark in Orlando. Haar droom. Ze mocht het niet meemaken. Nooit was ik boos. Nooit verdrietig. Nooit teleurgesteld. Het is zoals het is.

Als we door Villa Pardoes lopen, word ik boos. Voor het eerst na Guusjes dood. Waarom mag ons kleine blonde meisje dit niet meemaken? Dit zou ze fantastisch vinden. Ik zie Guusje in haar rolstoel. Ze zou tegen haar broers en zussen zeggen: ‘We genieten dankzij mij.’ Dat laatste klopt nog steeds. Maar waarom? Waarom mag zij dit niet meemaken? Ik weet er is geen antwoord. Boosheid voel ik. Enorm chagrijn.

We komen het huisje binnen. In de keuken hangt een bord. ‘Welkom in Villa Pardoes’. Geschreven in grote kleurige letters. Daarbij onze namen. Alleen Guusje ontbreekt. Haar naam staat er niet bij. Janneke pakt een krijtje. Ze schrijft Guusjes naam erbij. Zo is het goed. De hoofdpersoon van deze week mag niet ontbreken.

Ik kijk op Twitter. Zie dat Friso, zoon van onze koningin, bedolven is onder een lawine. Zijn toestand is kritiek. De media hijgen naar een antwoord. Wat is zijn status? Ik denk terug aan de tijd dat ik met mijn blog begon. Als ik belde met familie of vrienden, dan merkte ik dat ze snakten naar zekerheid. Soms is er geen zekerheid. Geen antwoord. Dat is wennen voor media en publiek. In onze moderne tijd eisen we voor elk probleem een oplossing en wel nu. Bij ernstige ziekte of ongeval is er soms geen antwoord.

Tijdens het avondeten maken we kennis met de familie Olthof. Ook zonder zieke dochter. Nina overleed op 26 mei. Elf jaar jong. Moeder Ingrid leest mijn blog. Ze citeert de laatste woorden uit het bericht van gisteren. Ingrid wil deze week mijn boek in Kaatsheuvel kopen. Ik verras haar. Ik heb boeken meegenomen. Yvonne en ik praten uitgebreid met Ingrid en Norbert, de ouders van Nina. We delen veel. Ervaring en emoties.