Maandag 26 maart 2012

Volgens ANWB geen files. Voor vertrek lees ik op Twitter een bericht van Tanja. Tussen Waalwijk en ’s-Hertogenbosch loopt het vast. Wordt niet gemeld op radio of internet. Daarom eerst thuis aan het werk. Later pas de auto in.

De hele dag op kantoor. Om half 7 weer de auto in. Op weg naar huis krijg ik Tristan aan de telefoon. Hij doet eindexamen en heeft KanjerGuusje gelezen voor Nederlands. Hij heeft een aantal vragen gemaild. Goede vragen. Daarom wil ik hem graag helpen. Tijdens het interview dringt tot me door: het is bijna een jaar geleden. Het lijkt korter.

Thuis eet ik alleen. Met Yvonne praat ik over het interview met Tristan. We zijn veranderd. Het ontslag bijvoorbeeld. Vroeger stapten we er overheen. Nu raakt het onrecht.

Na het eten even bankhangen. Dan komt Mieke binnen. Ze komt praten over volgende week. Dan geef ik een lezing bij de EHBO-vereniging. Mieke is haar zus verloren. Al pratend vinden we elkaar: geen teken van medeleven is het ergst. Zo heeft Mieke het ook ervaren.

De afgelopen tijd ontvang ik e-mails van mensen die aangeven dat ze bang zijn om iets verkeerd te zeggen. Ik kan het me voorstellen, maar waarom die angst. Liever een blunder dan zwijgen. Een verkeerde opmerking is een opening voor een gesprek. Zwijgen niet. Geen zin om te praten. Geen probleem. Ik denk nog vaak aan die lieve oude dame in de winkel. Guusje was enkele weken dood. De dame pakte mijn arm en zei: ‘Sterkte. Ik leef met je mee.’ Ze gaf me warmte. Een teken van medeleven. Ik kende haar niet, maar het deed me zo goed.