De hele dag op
kantoor. Om half 7 weer de auto in. Op weg naar huis krijg ik Tristan aan de
telefoon. Hij doet eindexamen en heeft KanjerGuusje gelezen voor Nederlands.
Hij heeft een aantal vragen gemaild. Goede vragen. Daarom wil ik hem graag
helpen. Tijdens het interview dringt tot me door: het is bijna een jaar
geleden. Het lijkt korter.
Na het eten even
bankhangen. Dan komt Mieke binnen. Ze komt praten over volgende week. Dan geef
ik een lezing bij de EHBO-vereniging. Mieke is haar zus verloren. Al pratend
vinden we elkaar: geen teken van medeleven is het ergst. Zo heeft Mieke het ook
ervaren.
De afgelopen tijd
ontvang ik e-mails van mensen die aangeven dat ze bang zijn om iets verkeerd te
zeggen. Ik kan het me voorstellen, maar waarom die angst. Liever een blunder
dan zwijgen. Een verkeerde opmerking is een opening voor een gesprek. Zwijgen
niet. Geen zin om te praten. Geen probleem. Ik denk nog vaak aan die lieve oude
dame in de winkel. Guusje was enkele weken dood. De dame pakte mijn arm en zei:
‘Sterkte. Ik leef met je mee.’ Ze gaf me warmte. Een teken van medeleven. Ik kende
haar niet, maar het deed me zo goed.